Tuesday, December 26, 2006

"Die on your feet, don't live on your knees."

Het is 25 december 2006. Traditie gebiedt me te luisteren naar Weihnachtmusik, te kijken naar Sissy films en ijstaart te eten in het putje van de winter. Traditie gebiedt me u te informeren over het Dendermondse cultuurveld. Maar een persoonlijke traditie gebiedt me ook om op onbewaakte momenten u de middenvinger te tonen en een eerbetoon te geven aan mensen waarvan je nooit dacht dat ze gingen weg gaan. Van de eerste pakkende woorden "Take this pain from my heart" uit "please please please" tot onvergetelijke concerten die zelfs grootmeesters als Fela Kuti en Miles Davis soms deden blozen... James Brown was soulbrother number 1, waarschijnlijk dé belangrijkste muzikant nog in leven, maar vandaag niet meer.


How do you stop (tell me) Before it's too late? You choose and you lose If you hesitate. (uit "How do you stop?)

De man begon nochthans zijn leven heel bescheiden door in zijn kindertijd als katoenplukker te werken, te dansen voor geld en schoenen te poetsen. In zijn puberteit kwam hij - zoals zovele zwarte jongeren in die tijd - in de criminaliteit terecht. In een verbeteringsgesticht ontmoette hij zijn ontdekker Bobby Byrd. Hij was een tijdje actief als bokser, later ook als pitcher bij een baseball team. Maar als een geluk bij een ongeluk kreeg de jonge Brown een ernstige wonde aan zijn been en kon hij niet meer spelen. Samen met Bobby Byrd begon hij gospel te spelen, maar raakte al snel in de ban van bluescombo's met ondermeer Fats Domino en Hank Ballard. Toch zou hij in latere interviews Little Richard aanwijzen als zijn grote voorbeeld. Byrd en Brown richtten "the flames" op en zouden langzaam aan iets moois beginnen werken. Onder de naam "James Brown with the famous flames" brachten ze "Please Please Please" uit in 1956. Het nummer werd onmiddellijk een hit en de trein was vertrokken. De band raakte een gevestigde, doch minder opvallende waarde in het R&B landschap. Het waren platen als "live at the apollo 1962", "Night Train" en "Out of side" die zorgden voor de typische James Brown sound. Smerige blazers, een ritmisch rappende Brown en enorme funky drumbeats worden het handelsmerk van de band en lagen aan de basis van wat we later funk zouden noemen. Brown kon als bandleider en songschrijver makkelijk de eenvoud van R&B muziek combineren met het complexe gegeven van jazz. Die gekke, wilde bijna neo-Afrikaanse muziek zou het handelsmerk worden voor duizenden bands die volgden.


Eens de sound er was, kwamen de hits vanzelf. Vanaf de mid-jaren 60 scoorde Brown de ene hit na de andere. Klassiekers als "Papa's got a brand new bag", "I got you" en "It's a man's world" werden soulfunderingen. De latere hit "funky drummer" zou één van de meeste gesampelde songs ooit worden. Live begint Brown vaak op het moment zelf zijn muzikanten tips te geven hoe ze moeten spelen. Hij zingt soms maar praat meer tijdens de nummers (Rap!). Toch verliet de ene muzikant na de andere de band. Niet dat Brown erop achteruit ging. Hij begon in de jaren 70 samen te werken met toen nog onbekende muzikanten als Bootsy Collins, Phelps Collins en Fred Wesley. De nieuwe achtergrondband zou "the JB's" heten en onder andere "(Get up I feel like a)Sex Machine" schrijven. Hoewel het aantal hits in de 70's minder in aantal zijn dan in de 60's mogen we toch stellen dat platen als "The payback" en "Stoned to the bone" behoren tot zijn allerbeste platen.


Maar ook "the JB's" waren ervaren muzikanten die hun lusten elders gingen botvieren en Brown zou op regelmatige basis andere muzikanten voor de band zoeken. Maar op dat moment hoefde de man al lang geen introductie meer. James Brown wàs op dat moment al de essentie van alles wat in de toekomst "black and beautiful" zou zijn. De hardst werkende man in show business, soul brother numer 1, the godfather of soul... elke naam die refereerde naar James Brown zou altijd een superlatief bevatten. Hij bleef samenwerken met muzikanten en performers waar hij in geloofde (Afrika Bambaata, Joss Stone etc...). Hij bleef altijd bij het standpunt om te spelen tot hij stierf. Zijn overvolle concertagenda tot augustus 2007 bewees dat dit ook effectief zijn plan was.

Dat het plotse overlijden van James Brown een schok voor de wereld én voor elke zichzelf respecterende muzikant was is niet verwonderlijk. Miljoenen mensen treuren op kerstdag en honderdduizenden jongeren gaan morgen het internet afschuimen op zoek naar de muziek van de man die ze nog niet hadden ontdekt. Het lichaam is dood, maar de soul gaat verder.


"Soul is a deep feeling and a committed feeling. Soul is something that stays with you despite the obstacles that are put in front of you. Soul is the real you. Soul is when you feel that God is watching over you, and if you make a mistake or do something willfully against somebody else, soul will make you realize that you've done something wrong. It makes you fear God more." Aldus James Brown 1933 - 2006.

Thursday, December 14, 2006

Miles Davis - So what

Toch maar iets meer youtube stuff. Ik verdiep me vaak in jazz-archief series van video bloggers. Als ik iets interessant vind post ik het. Alvast een leuk begin:

Wednesday, December 13, 2006

Sonic Drones

Verlof hebben op een dinsdag in december zal waarschijnlijk nooit echt een fantastisch idee zijn. Tenzij natuurlijk dat je de kans krijgt om Sonic youth samen met Corsano/Flaherty/C. spencer yèh trio te zien. Om 16.00 in de namiddag vertrok deze jonge heer aldus in charmant gezelschap richting schaarbeek om iets te eten en aan te schuiven voor een mooi plaatsje. Vroeg aanwezig zijn in de buurt van een concert geeft je vaak de kans om hier en daar eens een legende doodleuk over straat te zien lopen. Ik werd dan ook behoorlijk nerveus toen ik terug van het restaurant eventjes Paul Flaherty en Paul Labreque (sunburned hand of the man) zag lopen. Gekke mensen, gekke boel... tijd om binnen te gaan.



Example

Onverwacht begon er een band te spelen waarvan ik zeker was dat ze niet het geplande voorprogramma waren. Het was lambsbret (of lambs bread, geen idee eigenlijk) een trio dat snelle, fucked up noisepunk met freejazz invloeden speelden. Een soort smerige versie van the Julie Mittens. Het kon me alleszins genoeg boeien om er 4 cd-r's van aan te schaffen. Daarna was er een dame die een dronesessie van een klein kwartier gaf. Ik had het gevoel dat ze wat geluidsproblemen had, en indien dit niet het geval was was het een drone zondermeer. Ik hou van drones, maar liefst wel met een beetje afwisseling en inventiviteit (as in: la monte young was graaf, maar je moet het niet blijven uitmelken).

Tijd voor één van de drie grote redenen waarom ik hier was: Chris Corsano, Paul Flaherty en C. Spencer Yèh op 1 podium. Al 3 jaar probeer ik het Corsano/Flaherty duo te zien te krijgen, maar telkens loopt het op één of andere manier mis. Het "eindelijk"-gevoel was niet te beschrijven toen de legenden op het podium kwamen. Een half uur meesterlijke drums, snijdende sax daar bovenop nog eens C. Spencer yèh die viool en klank-poëzie gewijs een absolute meerwaarde bracht aan het zowiezo al geniale Corsano/Flaherty concept. Chris Corsano bewijst nogmaals dat hij één van mijn alltime favoriete drummers is. 30 minuten pure jazz krankzinnigheid. Even had ik geen zin meer om Sonic youth te zien en hoopte ik de 3 nog eens te zien op deze avond.


Example



Gelukkig ben ik een vrij grote Sonic Youth fan en was het openingsakkoord van "Teen Age Riot" al genoeg om me opnieuw in volle extase te laten luisteren naar de helden die ik al enige tijd niet meer zien spelen had. De band springt onmiddelijk over in een lange noisedrone waarin Thurston Moore erin slaagt om de persfotografen even op stang te jagen door het hoofd van één van hen te gebruiken als dronemiddel, waarna hij van het podium valt en nog een minuut of 5 begint te dronen. Zijn schoen raakt ergens achterwege, maar komt uiteindelijk toch terecht.

De rest van de set wordt vooral gevuld met songs van de nieuwe "rather ripped" plaat, een plaat die eventjes moest groeien maar toch weer een klassieker van formaat is. De voorstelling wordt mooi afgewisseld met een paar snijdende klassiekers. Absolute hoogtpunten waren Lee Ranaldo doe gek kwam tijdens "do you believe in rapture?" en de encores "100 percent" en natuurlijk "expressway to yr skull" waar bij de aanvang van de song Thurston de bevrijdende woorden "Hey Chris, set up your drums man" roept. Wat je te horen kreeg was een 20-minuten durende noisedroon met als participanten: Kim Gordon, Thurston Moore, Lee Ranaldo, Steve Shelley, Chris Corsano, Paul Flaherty, Spencer C. Yèh en de gitarist van lambs bread. Harder dan dit maken ze het niet. Meer moest er niet gezegd worden. Wat cd-r's aanschaffen, het charmante gezelschap mooi voor de deur afzetten en huiswaarts in het hoofd verderdronen!