Ik was heel benieuwd om R.O.T. te zien. Hoewel ik een aantal mensen van de band al in een paar andere projecten bezig zag, moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik nooit moeite gedaan heb dit project te checken. R.O.T. is meer sound-georiënteerd en rustiger dan ondermeer Dirk Freenoise (waar sommige leden in meespeelden). Veel mensen noemden het een lang intro, maar ik kon het wel hebben. Leuke improvisatie van een half uurtje waar quasi elke muzikant zijn plaats kende en alles zo vrij uitgebalanceerd naar buiten kwam. Een 4-jarig meisje dat blijkbaar op regelmatige basis meejamde zorge voor een aardig intermezzo zodat het nog wel leuk werd om naar te kijken.
Tijd voor Islaja. Ik heb iets met het mens. Tot 3 keer toe besliste ik haar ten huwelijk te vragen, maar iets in mijn geest is slimmer dan dat. Toch slaagt het mens er in me telkens opnieuw diep onder de indruk te laten zijn van haar zachte, lieve en toch zo dreigende stem. De stem van Islaja is de enige constante in al haar optredens en is waarschijnlijk ook de reden waarom ze in elk optreden wel ergens iets van haar "fonal"-karakter naar buiten kan brengen. Deze keer begon ze met een bassist en kwam er later een hele band bij. Ik spotte Sami (Es) tussendoor even op tamboerijn in een chaos dat nog het beste te vergelijken valt met Spontane psych-bands uit de 60's. Van intiem en kwetsbaar tot opzwepend en wild... wat een climax! Ik blijf er trouwens altijd verbijsterd van staan hoe Islaja vaak oude songs gewoon recycleert tot splinternieuwe songs. Straf!
Ik hoop binnenkort de juiste woorden te vinden om de nieuwe Ignatz II cd te reviewen, maar eerlijk gezegd word ik er meestal gewoon stil van. Ignatz was dan ook het enige optreden op de bunker-avond dat mijn intussen in feeststemming geraakte geest stil en rustig kon houden. In een korte set speelde Bram Devens zijn intussen gekende futuristische Bluegrass Americana psychfolk, die toch altijd dat tikkeltje nieuwigheid bevat. Devens weet tegenwoordig te klinken als een oude gepijnigde bluesprofeet die zo uit een jaren 20-radio of een bakkelieten 78-toeren plaat kan komen. De Carter-family op de flyer werd me plots duidelijk. Het mag alleszins geweten zijn dat dit genialer wordt met de minuut en ik uitkijk naar elke move die Ignatz maakt.
Verwijs me naar de diepste regionen van de hel, laat mensleeuw gedaantes hun klauwen over mijn ingewanden strelen en masseer me met zipponaft en vuur... maar nooit in mijn leven had ik 1 noot van Jack Rose gehoord. Eerst dus maar even Dave Kraak op zijn systeem gaan werken... maar die wist me terecht te zeggen dat ik toch best eens zou luisteren. Wat een muzikant is me dit (Jack Rose dus)! 60 minuten hemels verlangende, hunkerende en van ontmoediging zuchtende gitaarklanken die van Bluegrass overgingen in Blues en toch op één of andere manier een psychedelische bijklank hadden. Een Roots Hendrix zonder het theatraal gedoe, een flamenco held zonder de pseudo-romantiek... hier zat gewoon een schijnbaar sympathieke jongeman die gitaar speelde. Maar ik kan me niet herinneren of ik ooit een gitarist live zag die zo oprecht en technisch sterk tegelijkertijd was.
Dat ik ooit karma zou krijgen omdat ik Jack Rose nog nooit beluisterde werd duidelijk toen ik nog tijdens het optreden moest hollen om mijn trein te halen, en die nog miste ook. Gelukkig raakte ik thuis... mét Ignatz cd, Jack Rose cd-r, R.O.T. LP, Ignatz Tape, Orphan Fairytale tape en de fantastische rijkunsten van Bart Sloow... de held der helden.
Foto's: kindamuzik.net
No comments:
Post a Comment