Sunday, April 16, 2006

Magik Markers, en nog wat in Antwerpen

Weirde vrijdagen in april. Na een vooravondje repeteren met één van mijn 6 bands die uitliep in een grote jamsessie met een hoop Hongaarse zigeuners besloot ik dat ik gek genoeg was om richting Antwerpen te rijden om eindelijk maar eens Magik Markers te zien. Reizen naar Thailand, griepjes en ander gedoe hebben me altijd tegengehouden, maar deze keer zou ik één van mijn favoriete no-wave-noise bands aan het werk zien. Ik zag een 3-tal verschillende line-ups op verschillende sites dus had geen idee welke voorprogramma's er waren en hoe ze heetten.

Het is altijd wel grappig om ergens binnen te komen en direct 6 flyers te krijgen met de boodschap "zeker komen". Ik hoop alvast 3 van die 6 shows te kunnen bezoeken, maar wie me kent weet dat zoiets nooit zeker is. Anyway, ik was net op tijd binnen voor Shattered minds (vroeger Schizoïde). Een kwartier intense gitaardrones en noise zoals we dat van hem verwachten. Van mij mogen zo'n sets net iets langer duren, maar van anderen niet. Ik hou dus maar mijn mond. Intussen spot ik even lokale Bukowski JMH Berckmans in een hoekje. Altijd fijn om een legende in je vizier te krijgen.

De volgende band was denk ik "Tuto Fuzzi". Vrij saaie freenoise met hier en daar een knipoog naar jazz, maar dan zonder al teveel karakter. Een vreemde band, of een slechte band... ik weet het niet. Ik vond er gewoon niks aan en ga er dan ook niet al teveel tekst aan spenderen.

Mijn gok (een pure gok) was dat het trio erna "Hans en Grietje" was, de enige andere Belgische band op de bill. Dit kon dan weer wel boeien. Eva van Deuren (die onlangs nog een pracht van een drone-tape uitbracht met Orphan Fairytale) liet zich begeleiden door 2 mensen waarvan ik u de naam schuldig moet blijven, maar waarvan 1 platen verkoopt (hoe makkelijk is het toch om over concerten te schrijven). Maakt allemaal niet uit. Een kleine 20-25 minuten speelgoed-drones, nachtgeluiden met hier en daar een knarsende gitaar. Het soort van sets die makkelijk 3 kwartier kunnen duren zonder dat het gaat vervelen.



Als er één band is waar ik 100% zeker van was dat zij het waren, dan was het magik markers. Dé band die me niet mocht teleurstellen. En ondanks kapotte micros, wegschuivende drums en andere technische mankementen werd ik ook niet teleurgesteld. De markers zijn pure chaos, pure vrijheid met een kleine constante in de drums (hoewel...). Hyperkinetische, vrijgevochten pijnpunk die vrijwel iedereen in het scheld'apen licht psychotisch maakte, tot JMH Berckmans toe. Na de show was het enige dat ik kon denken "eindelijk". Op zich wel een fijn gevoel maar geen stof genoeg om nog met iemand een gesprek aan te knopen. Goeieavond, auto in en slapen.

Morrissey in Amsterdam - laat ons nu maar even melancholisch wezen



Ik hou niet van Amsterdam. Elke 3 meter wordt je gevraagd of je een gram cocaine gratis wil proberen, er komen kroketten uit de muren en ze verkopen er "Vlaamse frites" waar ik nog niet zou aan willen ruiken. Gelukkig heeft Amsterdam ook zijn positieve zijdes. "Je kan er boeken kopen die je hier nergens vindt" zong Kris Debruyne bijvoorbeeld. En eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik maar al te graag een kilo of 6 vintage boeken wou meenemen naar huis. Maar ik was in Amsterdam voor Morrissey en liet de dure boeken maar voor wat ze waren. Ik hoorde de meest afschuwelijke dingen over de "heineken music hall" en was dan ook bang dat mijn eerste Morrissey optreden een regelrechte teleurstelling zou zijn. Binnengekomen zag het er allemaal nog nieuw en professioneel uit. Geen paniekerige dingen, de music hall leek - ondanks uitverkocht - een vrij rustige en gezellige sfeer uit te stralen. Looza in de hand, de 2 laatste zitplaatsen ingepalmd na een morele discussie met één of andere hollandse troela over het "of je al dan niet iemands plaats mag innemen die een kwartier geleden iets ging halen om te drinken". Soit... Morrissey.

"it's spring again, so I'll sing again with tullips from Amsterdam". Mozzer moet waarschijnlijk hetzelfde deuntje als ik constant door zijn hoofd laten spoken hebben. Gelukkig kreeg hij de irritante Hoes-classic eruit door direct te beginnen met "First of the gang to die". Het geluid zat mooi en Heineken ontplofte een heel klein beetje. Ik had enorm veel zin om alsnog snel snel naar voor te lopen maar begreep dat het concert zou gedaan zijn eer ik er was. Toch werd mijn gevoel nogmaals bevestigd als hij er als tweede song direct een smiths klassieker als Still Ill uitgooit. Engeland behoort hem niet meer toe tegenwoordig, "England's a swine". Het zal ons een zorg wezen. Mozzer tovert dingen uit zijn hart, en dat is net waar hij goed in is. "Despite all the grudges we've hit number one in England...and in Sweden...and in Iraq" sprak de stiekem nog steeds jonge God voordat hij de nieuwe single "you have killed me" door de speakers gooide. Direct daarop nog een song van de nieuwe plaat "The youngest was the most loved".



We konden het denken. Een Mozzer die op safe speelt bestaat niet en ik schrok dan ook even toen plots de song "reader meet author" vanuit het niets leek te komen. Een betere song van de op zich heel slechte Morrissey plaat Southpaw Grammar. Hij noemde het album zelf een career killer dus hij moést het wel spelen om mensen te irriteren. "This is from an album nobody likes, and that's why we're playing it" zegt de man, zoals ik grinnikend wel verwacht had. Toch gaat de band heel mooi verder met songs als "Let me kiss you" (dé ultieme versiersong voor lelijke mensen), "My life is a succession of people saying goodbye" (b-zijde van "first of the gang to die) en Girlfriend in a coma (eindelijk!).

Dan was het toch even tijd voor het uiteindelijke doel van deze tour, namelijk zijn nieuw album voor te stellen. De 3 songs "I will see you in far-off places", "to me you are a work of art" en "life is a pigsty" worden magistraal, bombastisch en melancholisch gebracht zodat ze -ondanks nieuwe songs- geen moment vervelen. Mozzer mag dan wel verliefd zijn, hij kan nog steeds een hart doen breken. Na alweer een onverwacht niemendalletje als "trouble loves me" is het tijd om de indommelende, op hits azende music hall terug wat wakker te schudden. Smiths song "how soon is now" en Mozzers ultieme comeback song "Irish blood, English heart" doen Amsterdam even op zijn grondvesten daveren. Na een slechte magazine cover en 2 alweer mooie, bombastische nieuwe songs houdt de man het voor bekeken. Heel even richtte ik mijn ogen naar de hemel en dacht "God, ik weet dat ik niet altijd een goeie dienaar geweest ben, maar ik heb zoveel geld betaald om deze troubadour der melancholie te zien. Laat hem alstublief terugkomen en "last night I dreamt somebody loved me" zingen. Het is tenslotte het lijflied van de eenzame mensen." Nu weet ik niet of het mijn gebed was of 6-7000 schreeuwende veertigers, maar Mozzer kwam, speelde en spuwde alles wat ik ooit fout over hem dacht weg. Laat andere mensen maar een vingertje hoor houden als het op Morrissey aankomt. Ze waren er niet, ze hebben het niet meegemaakt.

In sneltempo naar de parking, de auto in, de file ontwijken en huiswaarts rijden met een getormenteerd hart.

Wednesday, April 05, 2006

Fonal Folks!


Fonal records en ondergetekende hebben een speciale band. Dankzij de mensen van (kraak)³ kwam ik in contact met dit label en deed in 2004 een optreden voor Kiila en Es. Na 1 luisterbeurt was ik danig onder de indruk van beide en stond dan ook te popelen om ze aan Dendermonde voor te stellen. Ik vrees dat Sami Sänpäkkilä het niet de beste ervaring uit zijn leven vond, mede dankzij de koppige, mompelende tooghangers van het plaatselijke jeugdhuis. Gelukkig genoot ik er meer van dan hem. 2 jaar later ben ik gestopt met parochiedorpjes te bekeren en ga ik blakend van geluk de functie van toeschouwer tegemoet. Kiila zal er staan, Islaja zal er staan en een zekere Ville Leinonen zal ik voor de eerste keer zien. Een nerveus gevoel overvalt me, maar de glimlach is er. Dat is het voornaamste.

De voor mij onbekende Ville Leinonen begon al als een aangename verrassing. Hij begon nogal speels aan zijn set met losse folkie songwritermuziek en een compleet zorgeloos gefluit zodat je je direct op je gemakt voelde. Al snel ging hij over naar een meer intense song, om de sfeer dan toch even te breken met covers van één of andere Finse charmezanger. Sommige mensen keken even sceptisch, maar ik waande me even in alweer een zorgeloze feelgoodfilm die je wel eens in de sphinx bioscoop ziet. En eigenlijk was dat de draad in het verhaal van Ville Leinonen, liedjes die zo nostalgisch klinken dat je denkt ze in een ver verleden op de platenspeler van je pa gehoord te hebben. Versier dat nog even met een Samhain (!!!) en een Elvis cover, een beetje gezellige toogpraat en wat humor en je eerste geslaagde optreden van de avond zat erop.

Ik ben een gezonde, jonge en sympathieke jongen die al een hele tijd vrijgezel is. Natuurlijk stond ik maar al te nerveus te wachten op Islaja en haar kwetsbare, soms pijnlijke stem. Haar debuut cd kwam vrij toevallig in mijn handen, waar het gekoesterd en bemind werd als goud. Al een aantal keer miste ik haar live, maar deze keer kwam het er dan toch van. De clavecimbels, schelphoorns en andere mytische geluiden werden vaak vervangen door een eenvoudige gitaar/basgitaar line-up, af en toe bijgestaan door een toeter, melodica, belletjes of het meest angstaanjagende konijn dat je ooit zag. Elke seconde was staren, elke seconde was huilen en Islaja bleef maar overtuigen. Een mevrouw die je zonder al teveel discussie een potentiële mythe is, type Jandek, Barret, een diep donker moerras.



Kiila, een van de weinige folkpopbands waar ik uitbundig van word. Ze klinken fris, traditioneel, psychedelisch, warm en jachtig tegelijkertijd. Maar vooral... Kiila voelt bijna organisch aan. Alles wijst zichzelf uit en de band met iets of iemand vergelijken is not done. Ik hoopte wat nieuwe nummers te horen, en die waren er natuurlijk (gelukkig want Silmät Sulkaset dateert al van 2004). Kiila leek tijdens de set op sommige momenten geesten op te roepen en bij tijd bracht dat een ongemakkelijke sfeer met zich mee. De ijzige viool, de repetitieve gitaar en zacht dirigerende bongo's bliezen de hele zaal van het speelse naar het spirituele; met als hoogtepunt het prachtige "kateet linnut". Afsluiten deden ze vanzelfsprekend met het sublieme en opzwepende "Auringonlunta", waardoor het publiek zelf voor een kleine 6 minuten bezeten werd door iets dat blijkbaar in iedereen leek te kruipen. Of het Kiila heette of Goddelijke interventie zal me worst wezen... het was fonal en het was weer mooi.

http://www.fonal.com/

http://www.kiila.com

Tuesday, April 04, 2006

Chercher le batérist: Keith Moon



Het jongste weekend nog hoorde ik een snotneus op één of ander punkoptreden "no more heroes" roepen. Zijn lederen jekker volgeschreven met namen van bands die hij waarschijnlijk best wel leuk vind en die van hem de pseudo-anarchistische DIY hanekamdrager maakten die hij was. Maar zijn helden waren het zeker niet. Hij geloofde niet in helden, en die hanekam was zijn eigen unieke manier om te zeggen dat het systeem slecht was. Nu goed, het voornaamste is dat hij gelukkig is of toch probeert zichzelf gelukkig te maken. Ik heb wel helden, en ben maar al te blij dat ik af en toe iets over hen kan zeggen.

Neem nu Keith moon. 50'ers zien het als hun symbool van rock'n'roll. Het zuipende, gedrogeerde en decadente feestvarken van the who die bleef doorgaan tot het einde van zijn leven. Hét voorbeeld dat het vernietigen van hotelkamers en instrumenten wel degelijk uit de 60's kwam en de rest het gewoon wilden nadoen. Feit is dat destructiviteit en decadentie vaak gepaard gaat met kunstenaars/muzikanten en het me eigenlijk niet interesseert of Moon al dan niet dingen kapotmaakte. Als hij vond dat hij dat moest doen op dat moment is dat ok. Maar boven al die dingen, boven al de mythes en boven al de festiviteiten van Moons exhuberante gedrag: Moon was een pracht van een drummer! In een tijd waar een drummer niet meer moest doen dan een steady beat geven en niet te luid spelen brengde Moon de verfrissing waar vele drummers zaten op te wachten. Door zijn enthousiasme dat we tegenwoordig makkelijk zouden omschrijven als ADHD bracht hij de drums naar de voorgrond zodat Townshedd, Entwistle en Daltrey niet anders konden dan Moon een essentiële plaats in de band te geven. Zeker op hun debuut "My Generation" hoor je duidelijk wie op dat moment de baas is.



Toch was het vooral live dat Keith Moon zorgde voor verandering. De man verloor zichzelf letterlijk in het drummen. Hij werd zo emotioneel dat de drums meer zeiden dan de songteksten van Townshend. Ja, hij sloeg instrumenten kapot; Ja, hij gebruikte explosieven om zijn drums op te blazen... maar hij deed meer dan dat. Wie de video zag van the who "live at the isle of wight" ziet gewoon de pijn en overgave waarmee Moon ("the loon") zijn gekste geheimen vrijgeeft. Wat zijn geheim was? "Leer gitaar spelen" zei de man ooit, "want het enige dat ik doe als drummer is naspelen wat de gitaar speelt".

Het mooie aan Keith Moon was vooral de spontaniteit waarmee hij speelde. Sommige drummers met meer ego dan passie noemen die "sloppy" spelen. Maar als "sloppy" hetzelfde is als die ene noot die Hendrix in al zijn enthousiasme fout speelt, die ene Morrissey zanglijn die lichtjes de mist in gaat omdat de geniale tekst er niet op past of misschien zelfs de piepgeluiden van een Greg Ginn... laat hem dan maar door het leven gaan als een slopppy drummer. Liever dat dan een hoop progwiskundigen met lang krullend haar die enkel de studio uitkomen als ze voorgeprogrammeerd zijn.

Lang leve spontaniteit!
Lang leve gevoel!
Lang leve elke plaat waar Keith moon op meespeelt.

Lees zeker ook:

- "Moon-The Life and Deathof a Rock Legend" van Tony Fletcher

Luister zeker ook naar:

- Alles van the who
- Keith Moon - two sides of the moon