Fonal records en ondergetekende hebben een speciale band. Dankzij de mensen van (kraak)³ kwam ik in contact met dit label en deed in 2004 een optreden voor Kiila en Es. Na 1 luisterbeurt was ik danig onder de indruk van beide en stond dan ook te popelen om ze aan Dendermonde voor te stellen. Ik vrees dat Sami Sänpäkkilä het niet de beste ervaring uit zijn leven vond, mede dankzij de koppige, mompelende tooghangers van het plaatselijke jeugdhuis. Gelukkig genoot ik er meer van dan hem. 2 jaar later ben ik gestopt met parochiedorpjes te bekeren en ga ik blakend van geluk de functie van toeschouwer tegemoet. Kiila zal er staan, Islaja zal er staan en een zekere Ville Leinonen zal ik voor de eerste keer zien. Een nerveus gevoel overvalt me, maar de glimlach is er. Dat is het voornaamste.
De voor mij onbekende Ville Leinonen begon al als een aangename verrassing. Hij begon nogal speels aan zijn set met losse folkie songwritermuziek en een compleet zorgeloos gefluit zodat je je direct op je gemakt voelde. Al snel ging hij over naar een meer intense song, om de sfeer dan toch even te breken met covers van één of andere Finse charmezanger. Sommige mensen keken even sceptisch, maar ik waande me even in alweer een zorgeloze feelgoodfilm die je wel eens in de sphinx bioscoop ziet. En eigenlijk was dat de draad in het verhaal van Ville Leinonen, liedjes die zo nostalgisch klinken dat je denkt ze in een ver verleden op de platenspeler van je pa gehoord te hebben. Versier dat nog even met een Samhain (!!!) en een Elvis cover, een beetje gezellige toogpraat en wat humor en je eerste geslaagde optreden van de avond zat erop.
Ik ben een gezonde, jonge en sympathieke jongen die al een hele tijd vrijgezel is. Natuurlijk stond ik maar al te nerveus te wachten op Islaja en haar kwetsbare, soms pijnlijke stem. Haar debuut cd kwam vrij toevallig in mijn handen, waar het gekoesterd en bemind werd als goud. Al een aantal keer miste ik haar live, maar deze keer kwam het er dan toch van. De clavecimbels, schelphoorns en andere mytische geluiden werden vaak vervangen door een eenvoudige gitaar/basgitaar line-up, af en toe bijgestaan door een toeter, melodica, belletjes of het meest angstaanjagende konijn dat je ooit zag. Elke seconde was staren, elke seconde was huilen en Islaja bleef maar overtuigen. Een mevrouw die je zonder al teveel discussie een potentiële mythe is, type Jandek, Barret, een diep donker moerras.
Kiila, een van de weinige folkpopbands waar ik uitbundig van word. Ze klinken fris, traditioneel, psychedelisch, warm en jachtig tegelijkertijd. Maar vooral... Kiila voelt bijna organisch aan. Alles wijst zichzelf uit en de band met iets of iemand vergelijken is not done. Ik hoopte wat nieuwe nummers te horen, en die waren er natuurlijk (gelukkig want Silmät Sulkaset dateert al van 2004). Kiila leek tijdens de set op sommige momenten geesten op te roepen en bij tijd bracht dat een ongemakkelijke sfeer met zich mee. De ijzige viool, de repetitieve gitaar en zacht dirigerende bongo's bliezen de hele zaal van het speelse naar het spirituele; met als hoogtepunt het prachtige "kateet linnut". Afsluiten deden ze vanzelfsprekend met het sublieme en opzwepende "Auringonlunta", waardoor het publiek zelf voor een kleine 6 minuten bezeten werd door iets dat blijkbaar in iedereen leek te kruipen. Of het Kiila heette of Goddelijke interventie zal me worst wezen... het was fonal en het was weer mooi.
No comments:
Post a Comment