Tuesday, September 18, 2007

Free funk: Contort yourself!

James Chance & the contortions, James White & The Blacks, James Chance and the Sardonic Symphonics, oftewel de opeenvolging van James Siegfried en zijn eclectische gekken. De man lijkt wel een platenparade vol met het betere werk van Ornette Coleman, James Brown en een lange lijn cocaïne. Ondanks samenzweringen met ondermeer Kid Creole en Deborah Harrey blijft Chance een duivels gegeven in de muziekgeschiedenis. Tussen de sowieso al flamboyante No-wave scene uit het New York van de late jaren 70 staat James Chance als een koppig buitenbeentje die het steriele van het genre verving door iets funky. Zeg maar free-funk. Verbale en fysieke agressie, enerverende funk-free-jazz. “Haat is een goeie motivator”, James Chance op zijn best.



Cecil Taylor –David Murray – Een 16 jarige cocktailserveerster

James Siegfried groeit op in het koude Milwaukee waar hij op jonge leeftijd door zijn ouders aangespoord wordt om piano te leren. Op iets latere leeftijd ontdekt hij jazz en begint ook zijn persoonlijke interesse in muziek sterk te groeien. Hij studeert aan een plaatselijk conservatorium en valt onmiddellijk op door zijn agressieve manier van spelen die sterk beïnvloed was door Cecil Taylor en Thelonious Monk. Hij werd aanzien als één van de moeilijkste muzikanten in zijn richting om mee samen te spelen. Na één jaar conservatorium liet hij de piano voor wat ze was en raakte onder invloed van saxofonisten als Albert Ayler, Art Pepper en Maceo Parker. Hij werd Milwaukee al snel beu en vertrok naar New York om er te studeren en zich te focussen op de Jazz loft scene, maar ook daar kreeg de blanke hyperkineet niet veel appreciatie. Hij houdt zich een tijdje gedeisd en jamt een tijdje met een jongeling genaamd David Murray, die later wel een grote naam in de jazzwereld zou worden.
Na een tijdje voelde Chance, toen nog Siegfried, niet echt veel meer voor het jazzwereldje en begon rond te hangen in clubs als CBGB’s waar hij de punkbands ontdekte als “The Ramones” en “Suicide”. Hij leer al snel de piepjonge Lydia Koch kennen. De 2 zouden vanaf dan bekend staan als James Chance en Lydia Lunch en gingen al snel samenwonen. Chance was toen heel enthousiast over het werk van de jonge Lunch. “De meeste mensen zouden haar waarschijnlijk gevraagd hebben om ermee te stoppen” zou hij later zeggen. De concrete plannen voor een band volgen al snel en de 16-jarige Lunch begint met James Chance, Bradly Field, Jody Harris en een Japanse bassist genaamd Wreck de band “Teenage Jesus & the Jerks”. Dankzij een toenmalige avant-garde punklegende China raakte de band aan een repetitielokaal dat ze deelden met ondermeer “The Cramps”. Ze maakten heel minimalistische, ijskoude, noisy punkmuziek die dankzij het psychotische sax van Chance een opzettelijk chaotisch effect kreeg. Zeg maar no wave! De band neemt in deze bezetting 3 nummers op die later als EP zullen verschijnen. Eens de band een meer minimalistische en opzettelijk gezichtloze koers begint te varen, houdt Chance het voor bekeken. “Teveel ego’s in the jerks” denkt hij, en beslist zijn eigen combo op te richten.





James Chance & the Contortions & the blacks & James White


Meer dan wie ook in de no-wave scene was James Chance gefascineerd door de zwarte muziek waar hij zelf even deel van uitmaakte. Een uiterst funky ritmesectie, een smerig orgel, een schreeuwende slide gitaar en de sax- en vocale schreeuwen van Chance zorgden ervoor dat zelfs de No Wave sceptici even verrast waren door het resultaat. Scheermesjes werden als plectrum gebruikt, “the meters” werden gecoverd op cocaïne en de basgitaar had meer weg van metaaldraden die tegen een houden plank schuurden. De mix van funky ritmes en asymmetrische reacties was een sterk punt dat de band al snel tot een legendarische status bracht. Agressie en confrontatie werden al snel een essentieel element die de status extra accenten zou geven. Chance zijn cynische teksten ontaardden zich al snel in verbale agressie naar de toeschouwers toe. Occasioneel sprong de man in het publiek en sloeg een toevallig toeschouwer in het gezicht.


The contortions begonnen meer live te spelen en deden als snel het voorprogramma van eerder genoemde bands als Suicide en The Cramps. 1978 zal een belangrijk jaren worden voor de Contortions wanneer vrijwel de gehele New Yorkse no wave scene voorgesteld wordt in een kunstgalerie in het hippe Soho. Bands als DNA, Teenage Jesus & the jerks, Tone Death en Theoretical Girls werden voorgesteld aan een iets groter publiek. Toevallig vallen de bands in het oog van Brian Eno, die toen langzaam maar zeker een ambient icoon aan het worden was. Hij raakt gefascineerd door het genre en breng in datzelfde jaar nog de intussen legendarische No New York op staat. The contortions zijn het buitenbeentje op deze plaat naast Teenage Jesus & the jerks, Mars en DNA. Het zou tot 1979 duren voor the contortions om een eerste LP uit te brengen: “Buy”, oftewel “Buy the contortions”. In hetzelfde jaar verscheen ook de eerste LP van een nieuw James Chance Project: James White & the blacks. De naam is enerzijds een verwijzing naar James Brown op wie hij qua look meer De plaat kwam er op vraag van het ZE label en zijn vriendin/manager Anya Phillips. Het idee werd voorgesteld om een discoplaat op te nemen, James Chance style. De plaat “off white” werd een excentriek plaatje in de disco en latere dance scene. De song “Contort yourself” werd een dansvloer hitje dat tot vandaag nog steeds geremixed wordt. Dj’s schrikken meestal op wanneer ze de minder conventionele disco van de plaat horen en haken al snel af.


Chance is weg – niet weg


De woelige optredens bezorgen Chance evenveel cultstatus als vijanden. Optredens worden geboycot en Chance verschijnt regelmatig in het openbaar met een blauw oog. De Europese tour beperkt zich tot 1 optreden waarbij een groep communistische Parijzenaren de Contortions bekogelden met flessen. De band trekt terug naar huis en James Chance blijft alleen over met zijn vriendin. Het officiële einde van de band komt er in 1980. Bandleden haken af, Chance raakt meer in een spiraal van agressie en dook regelmatig opnieuw op met een nieuwe line-up van “the contortions“ en the “blacks”. In 1983 brengt hij onder de naam “James White’s Flaming Demoniacs” nog een album uit met een volledig nieuwe band. Volgens Critici weet hij de glories van zijn vorige werken niet te evenaren, maar een song als “Caravan, It don’t mean a thing (beide Duke Ellington composities), melt yourself down (eerdere uitgave van White)” zorgt toch voor een meer dan aangename verrassing. Hij blijft touren onder de naam “James White & the Black” tot midden jaren 80 en verdwijnt ongeveer een 10 jaar uit het publieke oog. In het midden van de jaren 90 komt hij uit zijn zelfgevonden pensioen om een paar contributies te doen met ondermeer Blondie. In 2001 speelt hij een aantal optredens met originele Contortions leden Jody Harris, Pat Place en Don Christensen. Ze spelen een paar optredens op het legendarische ATP festival. Sinds die reünies blijft Chance op regelmatige basis spelen met verschillende bands. De Contortions zelf spelen na hun reünie nog 2 maal in 2001.



Met een woelige periode in de jaren 80 achter zich blijft James Chance één van de grote grondleggers van het free-funk genre. Vele andere founding fathers in het genre (ondermeer Defunkt) komen voort uit projecten van hem.

Phil Minton: Soms doe ik mijn jas zelfs niet uit!

In de meer dan 100 releases die in de discografie van Phil Minton staan, vinden we maar bitter weinig solo werk terug. Het is dan ook een uniek moment dat de man solo optrad op het (kraak)³ festival in maart dit jaar. Daarom is het dus niet meer dan normaal dat er een blog aan dit genie gewijd wordt! Minton houdt van collaboraties en verandert zijn bezettingen dan ook op constante basis. Phil Minton staat voor spontaniteit en gelooft niet echt in composities of organisatie. Een mooie anekdote komt van multi-instrumentalist David Coulter: “Er is een opname waar ik iets doe met Phil Minton. Ik kende Phil zijn partner, Judith Knight, al een aantal jaar maar veronderstelde dat de man het te druk zou hebben om iets samen met me te doen. De dag dat de opname gebeurde was mijn eerste ontmoeting met Phil Minton. We praatten, later kijkt hij naar mijn performance en volgt die gedreven. Op een bepaald moment kwam hij vanuit het publiek naar voor, deed zijn jas uit en we begonnen samen te spelen. Zonder enige vorm van planning. Spontaniteit en een gezamenlijke liefde voor ruimte, tijd en geluid.” Minton zelf blijft er allemaal heel kalm bij: “Soms doe ik mijn jas zelfs niet uit.”


Van sirenes tot Jackson Pollock

Phil Minton zit rustig in mijn Mitsubishi en zegt geen 2 woorden. Je merkt dat hij het na verloop van tijd beu wordt als iedereen plots begint over zijn performances, 'alsof hij over niets anders kan praten'. Ik begin wat te praten over George Bush, de Irak-oorlog en de Sex Pistols. Minton komt los en na een dungerold sigaretje gerookt te hebben komt de man los. “Eén van mijn eerste herinneringen uit de vroege jaren 40 was het intrigerende geluid van een sirene. Je wordt verondersteld bang te zijn van een sirene, maar voor een 3-jarige was het fantastisch. Je wordt gewoon geknuffeld door dat geluid. Wist ik veel dat het een waarschuwing was voor de Duitsers en hun bommen. Ik vond het geluid van die sirenes prachtig.” De echte muzikale interesse kwam er toen Minton op zijn 15-jarige leeftijd voor de eerste keer Louis Armstrong hoort. Aangezien hij toch al aan het overwegen was om sax te spelen, en een trompet er met 3 pistons makkelijker uit zag om te spelen, was zijn beslissing snel gemaakt. Hij zou trompet gaan leren. Hij raakte beïnvloed door de muziek van Miles Davis, Dizzy Gillespy en later ook vooral John Coltrane. Door John Coltrane en hard-bop ontdekte hij de mogelijkheden van de jazz. “Bop en Hard bop waren de enige muziekgenres in de jaren 50 waar radicale jongeren zich mee konden identificeren.” Aldus Minton. Omdat hij in geboortestad Torquay geen leraar kon vinden die hem iets kon leren over deze nieuwe jazz, leerde hij vooral zichzelf. Doordat hij uit een familie van extreem goede stemmen kwam (zoals hij zelf zegt) werd ook hij snel vocalist. Hij speelde voor vrij traditionele jazzbands als Brian Waldron Quintet, the Ted Heath Orchestra en B. Bumble and the Stingers. Dé grote revelatie kwam er toen Minton Action Painting ontdekte en geobsedeerd raakte door het werk van Jackson Pollock. “Pollock had exact diezelfde energie als de bop-beweging. Energie werd een concept voor mij en abstract expressionisme een manier om me te laten zingen wat ik voelde.” Hij begon met een paar vrienden een action music project waarbij hij vooral heel vocaal en fysisch te werk ging. Zonder echt te weten waar ze mee bezig waren deden ze 1 optreden, zonder publiek.



Stemmen, Jazz, Jazz, Stemmen

De jazz werd voor Minton interessant in 1963 wanneer hij ging spelen bij de band van Mike Westbrook, één van de meest interessante bigband leaders uit de Europese jazz/freejazz scène. Op deze manier kon Minton zich focussen op de muziek die hij wou maken. Hoewel hij enige credibiliteit begon te krijgen als trompettist was het zijn ambitie om te doen wat hij altijd al wou doen: spelen met zijn stem. Hij verliet Westbrook in 1964 om eerst voor een relatief korte tijd op de Kanarische eilanden te gaan spelen met de vrijwel onbekende "Jonston Macphilbry band”. Daarna vertrok hij voor een aantal jaar naar Zweden waar het eerste Phil Minton Quartet gevormd werd. De opnames gebeurden in 1969 en zouden pas in 1999 het levenslicht op cd zien. In 1971 begint hij terug te spelen met de Mike Westbrook band. Vanaf dan begint er voor Minton een wervelwind van opnames, collaboraties, performances die hem na verloop van tijd een cultstatus geven.

Hij werkt met theater groepen als Welfare State en IOU en vormt zijn eigen vocale groepering onder de naam “Voice”. Vanaf 1976 werkt hij vooral solo en vormt hij regelmatig duo’s met ondermeer: Fred Frith, Ruger Turner en Peter Brötzmann. Hij toert intensief de wereld rond en blijft gelijkgestemden zoeken om mee samen te werken. De hele ADHD wervelwind wordt in 1988 beloond wanneer Minton verkozen wordt als beste mannelijke zanger in Europa door het internationaal jazz forum.

Roof

De agressievere zijde van de experimentele muziekscene leert hem vooral kennen dankzij het project Roof dat hij deelde met Luc Ex, Tom Cora en Michael Vatcher. Muzikaal wisselden strakke postpunk-achtige klanken zich af met pure jazz improvisatie. De band speelde een aantal legendarische concerten tot het plotse overlijden van Cellist Tom Cora. Veryan West vervoegt de band en ze toerden in 1999 terug onder de naam 4 walls. “Which side are you on” is de laatste plaat van dit project en dateert van 2004. Hoewel de plaat vooral een ode is aan de overleden Paul Haines bevat ze ook een aantal prachtige bewerkingen van Brel (Ces Gens-la), Robert Schumann (I’m Rhein) en hét Amerikaanse vakbondslied “which side are you on?”. De song “'The Skunk Hath Farted” bevat een tekst die vaak op KKK-websites te vinden valt en een hilarische bewerking van schrijver Lou Glanfield als tweede strofe. Na deze plaat en de bijhorende tournee was het even stil rond de band, maar Minton geeft hoop. “We hebben momenteel een band onder de naam “no walls”. Het zijn dezelfde leden die werken zonder structuren of afgemeten brokken muziek. We zullen voor de eerste keer in Bratislava spelen in juli”.

Phil Minton Feral Choir

Daar waar Minton zich in interviews vaak laat verleiden om scherpe oneliners te geven, praat hij heel graag over zijn Feral Choir project. Hij begon dit project in de late jaren 80, met het oog op het geven van workshops die handelen rond de menselijke stem. De meeste mensen die deelnemen aan het project zijn amateurs die nooit zongen in hun leven. Maar na elke workshop worden één of meerdere toonmomenten gegeven. “De meeste zangers met wie ik werk, zijn ervan overtuigd dat ze niet kunnen zingen. Mijn ervaring met dit project heeft me overtuigd dat er zoveel meer met de menselijke stem kan gedaan worden dan men meestal aanneemt. In mijn workshops moedig is de deelnemers aan om te realiseren dat iedereen die kan ademen perfect in staat is om geluiden te creëren die een positieve esthetische bijdrage kunnen geven aan het culturele patrimonium. De meeste deelnemers hebben op dat moment geen enkele culturele affiniteit of referentie.” De workshops beginnen meestal met een soort lachoefening, die de stem op een non-verbale manier laat spontaan, inventief en extreem laat wezen. “De workshops hebben zo ook een heel positieve impact op de deelnemers. Ik probeer lang genoeg te blijven zodat ik een soort erfenis kan nalaten. Op die manier kan het koor verder gaan nadat ik weg ben.” Hoeveel koren Phil Minton intussen al rondlopen heeft is niet meer bij te houden, maar het zullen er intussen een 30-tal zijn.

Songs from a prison diary

Vaak wordt de naam “Phil Minton” in 1 adem gebruikt met de enige compositie die hij ooit maakte. “Songs from a prison diary” (naar de gedichten van Ho Chi Minh) is een compositie van Minton. Er bestaat dus ergens een uitgeschreven versie van het werk, iets dat niet eigen is aan de tot dan toe principiële improvisator. Terwijl Minton zich bezig hield met improviseren, schreef pianist Veryan West de improvisaties uit. De compositie was alleszins sterk genoeg om in 1991 de Cornelius Candew compositieprijs te winnen. Ondanks enkele uitzonderingen zoals deze “Songs of a prison diary” werkt Phil Minton zelden tot nooit met literatuur. Nochtans behoren een aantal van zijn meer succesvolle werken (Mouthful of destiny en het eerder genoemde “which side are you on) tot die aan literatuur gewijde platen. Minton profileert zich dan ook niet als iemand die gedichten voordraagt. Zijn vocale prestaties gaan van hoesten over blaffen tot hikken, van snuiven tot een soort van psychotisch Donald Duck geschreeuw. “Mijn vocabulaire bestaat vooral uit geluiden die staan voor emoties die vaak in contrast zijn met wat ik voel; “ voegt hij hier zelf aan toe “meestal ben ik heel goed gezind als ik zing.”

Een live-performance van Phil Minton is, gezien de aard van de geluiden die hij produceert, dan ook altijd een hele belevenis. De manier hoe hij vaak de meest extreme gezichtsvervormingen ondergaat, in de meest ongemakkelijke poses gaat bewegen om toch maar dat ene geluid uit zichzelf te krijgen is an sich al theatraal genoeg om te zien. Het is dus niet zo verwonderlijk als stemkunstencollega Paul Dutton over hem zegt dat hij de enige action painter was die met geluid werkte.

Friday, March 02, 2007

Teun Verbruggen "Emofreejazznoise"

Bijna haalde hij een Zamu binnen voor de beste muzikant, maar veelzijdig drummer Teun Verbruggen zal waarschijnlijk net iets té underdog geweest voor heren Sabamklooiers. Soit, hieronder een interview dat ik intussen een 3-tal maand geleden deed met de man voor ruis magazine (het is gratis mensen, als je het ziet liggen: neem het mee! 't is hard de moeite).



Als Vlaanderen al een self-made Chris Corsano had, zou hij Teun Verbruggen heten. Hoewel hij veelal aanzien wordt als jazz-drummer, blijft hij op zijn eigenzinnige manier vriend en vijand verbazen mijn zijn tegendraads drumspel. “Ik ben niet bezig op een doelbewuste manier grenzen te verleggen. Ik speel gewoon muziek en ben constant aan't zoeken naar andere klanken... misschien dat het daardoor anders klinkt.” Verbrugghen, die tot voor kort vooral naam maakte als drummer bij ondermeer Flat Earth Society, Jef Neve Trio en Alexi Tuomarila fourtet stelt intussen een reeks zelf samengestelde nieuwe projecten voor, die zich vooral richten op vrije improvisatie. Op zijn eigen label ratrecords stelt hij het eerste Album voor van Othin Spake. “Ankh” is het eerste album uit een trilogie, en een collectie van live-opnames uit 2005 (Petrol), de derde keer dat Teun Verbruggen, Jozef Dumoulin en Mauro Pawlowski samen op een podium stonden.

Een spontaan project met een lange voorgeschiedenis. Othin Spake begint met een jonge Teun Verbruggen die via het conservatorium in contact komt met medestudent Jozef Dumoulin. De twee voelden elkaar goed aan en speelden regelmatig samen in verschillende projecten. Met Mauro Pawlowksi blijft de ontmoeting iets langer uit. “Mauro ken ik al lang van ziens. Ten tijde van mijn eerste groepjes à la Primus en Victims Family speelden we wel eens op dezelfde podia als de Evil Superstars. Ik leerde hem echt kennen tijdens een project van Peter Vermeersch voor het vooruit geluid festival "étoiles polaires". Dit project was een samenwerking tussen wat Belgische muzikanten (waaronder Peter Vermeersch en Mauro) en het Ijslands collectief "Kitchen Motors" (Johann Johannson en Hilmar Jensson). Dat was december 2004. Ik heb toen voor 't eerst met Mauro gespeeld . tijdens één van de pauzes van de repetities heb ik hem gevraagd of hij eens wilde samen spelen in trio met Jozef erbij.” Dat de band begon als een grap, zoals het op de site van ratrecords staat, is misschien een beetje vergezocht. Verbruggen gelooft sterk in spannende bezettingen en had gevoel dat het met Pawlowski en Dumoulin vuurwerk zou kunnen geven.

Othin Spake speelde hun allereerste optreden in de Archiduc, een jazzclub in Brugge, en het door Verbruggen beloofde vuurwerk spetterde vurig. “Muzikaal is daar iets gebeurd dat ik ongelooflijk sterk vond en dat voor mij voor herhaling vatbaar was. Gelukkig voor de andere twee ook.” Een verklaring voor die chemie heeft hij evenwel niet. “Er word enorm naar elkaar geluisterd maar toch wordt er op een heel diepe manier geïmproviseerd. De echte sterkte in deze band is volgens mij het feit dat we lang dingen kunnen volhouden die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben maar daardoor een ongelooflijke spanning creëren. We springen niet zomaar direct op een eerste graadsmanier op elkaars ideeën. Ik merk wel dat Jozef vaak heel melodieuze ideeën en harmonie neerzet, terwijl Mauro eerder heel noise-achtige effecten door alles doordraait maar dan nog, het is ook vaak andersom. Gelukkig genoeg ontdek ik maar heel weinig systematiek in wat we doen. Het Is altijd weer anders, waardoor het ook leuk blijft. Wat ik echt niet weet is wie van de twee altijd die bende vogels nadoet. Dat vragen ze zich trouwens telkens zelf weer af na de concerten.”

Intussen speelt de band een aantal shows en krijgen ze niet overal dezelfde reacties die ze in Archiduc kregen. De tot vervelens toe lopende discussies over wat jazz is en wat niet werden ook gericht naar Othin Spake. Sommigen vinden het klinken als Weather report die zichzelf ontpopte tot een freejazz band, anderen vinden het gewoon geen jazz. Verbruggen blijft er relatief nuchter bij. “voor mij is muziek muziek. Ik vind het goed of niet goed. Othin Spake is 100% geïmproviseerd. Bij jazzmuziek wordt heel veel geïmproviseerd en als het mijns inziens goed is ook heel veel geëxperimenteerd met stijlen, sound, etc…. Mensen die creatief zijn proberen dingen uit. Binnen het etiket jazz heb je dus (zoals in alles) mensen die gewoon eindeloos blijven herkauwen wat al gedaan is en mensen die verder gaan. Mensen die dus blijven steken in wat vroeger "jazz" genoemd werd zullen dus huiveren bij de gedachte dat Othin Spake nog maar geassocieerd word met deze term. Hun probleem denk ik dan. Voor mij is Othin Spake iets volledig nieuws, een experiment van drie muzikanten die met allen een heel verschillende background spontaan wat improviseren en muziek maken. Voor mij is Othin Spake "Emofreejazznoise". Ik hoop dat ze een afdeling maken in de FNAC voor dit genre.”

Desondanks het gehakketak van jazzpuriteinen is dus het eerste, al dan niet gemuteerde kind van Othin spake geboren. Na “Ankh” verschijnt er nog een plaat met improv-studio opnames en een plaat met het volledige Archiduc optreden. Het stopt evenwel niet bij deze trilogie, en het stopt niet met Othin Spake. Verbruggen is intussen ook nog bezig met Futhark, Nozzle Slag en werkt nog een akoestisch project uit met Joachim Badenhorst, Yannick Peeters en Christian Mendoza.

Over mijn vraag of Othin spake een trio zal blijven geeft hij een kleine hint. Het blijft een trio maar af en toe met gastmuzikanten werken is zeker een agendapunt. Kijk maar uit naar de zomer. Dan gaan we iets heel speciaals doen met twee onwaarschijnlijke muzikanten. Ik kan nog niets zeggen behalve dat je 12 juli in je agenda moet zetten.


(foto Jos L. Knaepen

Friday, February 02, 2007

Droooooooooon!

Gekke weken, het zijn dingen waar je voor leeft. Ik kwam tot de conclusie dat dit blog blijkbaar bij tijd gelezen wordt (waarvoor dank!), krijg een kort maar hilarisch Phil Minton interview in mijn box (Ruis maart), krijg te horen dat James Chance (James White voor de vrienden) naar België komt én de noisefeestjes lijken niet te stoppen.

Zaterdag 27 januari 2007 - Skullflower, Anti-ear, Silvester anfang, Marauder & Alibi @ Sheld'apen

Over Anti-ear kan ik eigenlijk heel kort zijn. Deze frequentie had ik al eens gehoord. punt.

Ik was enorm benieuwd naar het optreden van Silvester Anfang. 3 van de 5 leden hadden er een tour opzitten met Jack Rose en dat kon alleen maar een sterk verbeterd samenspel opleveren. Het werd dan ook de beste silvester anfang set die ik tot nu toe gehoord heb. Qua geluid zat alles stukken beter dan op een gemiddeld SA optreden waardoor je voor eens en voor altijd kon horen dat Silvester Anfang een band is die zijn sterkte haalt uit het samenspel en ook door het feit dat ieder in de band zijn plaats kent. Het resultaat was een half uur slangenmystiek met Oosterse proporties in een doomfolk kleedje. Elke set is anders, en elke set is ook weer beter dan de andere.

Marauder en Alibi waren zeker de verrassing van de avond. Ik was half benieuwd naar deze band en dan niet in het minst naar Liz Albee (collaboraties met Cecil Taylor en Anthony Braxton op je CV hebben helpt wel). De twee kwamen op met een soort papier maché olifantenkop, wat op zich wel vrij scary was. Wat volgde was een heel eclectische set van noisy kinderdeuntjes wat een soort onschuldig Thailand effect gaf met een distorted kantje. Het ging evenwel al snel over ik vlijmscherpe en luide noise-elementen die met mij onbekende, in de slurf gedropte voorwerpen gemaakt werden. Als olifanten kwamen ze op, als olifanten gingen ze weg. Het deed me allemaal wat denken aan een scary tekenfilm scene waar Dumbo dronken gevoerd wordt en begint te hallucineren. Dit was Macguyver! Dit was beter dan Macguyver!

Skullflower ken ik zelf nog niet zo lang, maar ik was wel onder de indruk van albums als "exquisite fucking boredom" en "ruins". Wat ik te horen kreeg klonk anders dan wat ik verwacht had, maar een hoop versterkers die loeihard staan te feedbacken met een mastodont van een geluid is bij tijd al voldoende om om me 75 minuten te laten freaken. Het enige dat ik nog kon communiceren na deze oorverdovende skullflower set was een middenvinger. Been fucking hard. Zoals we het graag hebben.

Er was nog een show, maar die zal voor de volgende "entry" zijn.

Monday, January 22, 2007

Bjööörk

Bron = Bjork.com
Mezelf = nu al zenuwachtig om dit te horen.

"We speak about the many collaborators on this record and the list is very interesting as Antony Hegerty duets on two tracks. Drummer Chris Corsano jumps into at least the 2 songs. New sounds and instrumentation are provided by Toumani Diabate who plays the Kora and Konono nr.1 with electric thumb pianos. More percussive delights come from Brian Chippendale from Lightning Bolt Great artists being drafted into the fold!"

Sunday, January 21, 2007

Current 93 interview in nieuw Belgisch E-zine


White heat is een splinternieuw online muziekmagazine uit ons eigen landje dat al direct met een aantal straffe dingen aan komt zetten. Ik was het meeste onder de indruk van het Current 93 interview dat je zeker moet lezen. Klik op het woordje "hier" om het interview te lezen. Indien je Current 93 niet kent, wordt het de moment dat je studio Brussel even afzet en naar een serieuze platenwinkel gaat.





Dankzij dit interview is de huidige playlist:


Death in june: but, what ends when the symbols shatter?

Blood Axis: Gospel of inhumanity

Current 93: Soft black stars

Der Blutharsch: Time is thee enemy



Tuesday, January 16, 2007

(Kraak)³ @ Bunker Brussel oftewel... "Ik neem vanavond de trein"

Het moet sinds het optreden van the ramones in Bissegem 1994 geleden zijn dat ik nog eens de trein nam naar een optreden nam. Maar met een abonnement op zak en een optreden dat doorging vlak aan het Brusselse noordstation zou het wel gek zijn om de auto te nemen. Neem daar nog bij dat ik zowiezo in een feeststemming was aangezien we halverwege Januari al een eerste (kraak)³ feestje mochten aanschouwen. Een aantal vaste waarden, een aantal dingen die ik al even wou zien... we zijn vertrokken.

Mooi op tijd toegekomen kon ik me rustig in positie zetten om voor de eerste keer een optreden te zien van Silvester Anfang. Ik had al een aantal keer met hen gejamd, maar die bezetting werd intussen geruild voor een avontuur met Chainsaw Gutsfuck (later nog wel meer daarover), die andere funeral folk band. Het spijtige bij Silvester Anfang is dat sommige muzikanten zo goed als een heel optreden amper te horen zijn... maar dat maakt nu eenmaal deel uit van het hele funeral folk geheel. En ik moet toegeven dat ik nooit gewend was te horen hoe de band live-klonk. Wat er door de boxen kwam, waren alleszins 30 minuten vol heerlijk bezwerende klanken en een drummer die zijn glimlach door het boze gezicht moeilijk kon verbergen omdat hij voor de eerste maal op een bassdrum kon spelen!

Ik was heel benieuwd om R.O.T. te zien. Hoewel ik een aantal mensen van de band al in een paar andere projecten bezig zag, moet ik eerlijkheidshalve zeggen dat ik nooit moeite gedaan heb dit project te checken. R.O.T. is meer sound-georiënteerd en rustiger dan ondermeer Dirk Freenoise (waar sommige leden in meespeelden). Veel mensen noemden het een lang intro, maar ik kon het wel hebben. Leuke improvisatie van een half uurtje waar quasi elke muzikant zijn plaats kende en alles zo vrij uitgebalanceerd naar buiten kwam. Een 4-jarig meisje dat blijkbaar op regelmatige basis meejamde zorge voor een aardig intermezzo zodat het nog wel leuk werd om naar te kijken.


Tijd voor Islaja. Ik heb iets met het mens. Tot 3 keer toe besliste ik haar ten huwelijk te vragen, maar iets in mijn geest is slimmer dan dat. Toch slaagt het mens er in me telkens opnieuw diep onder de indruk te laten zijn van haar zachte, lieve en toch zo dreigende stem. De stem van Islaja is de enige constante in al haar optredens en is waarschijnlijk ook de reden waarom ze in elk optreden wel ergens iets van haar "fonal"-karakter naar buiten kan brengen. Deze keer begon ze met een bassist en kwam er later een hele band bij. Ik spotte Sami (Es) tussendoor even op tamboerijn in een chaos dat nog het beste te vergelijken valt met Spontane psych-bands uit de 60's. Van intiem en kwetsbaar tot opzwepend en wild... wat een climax! Ik blijf er trouwens altijd verbijsterd van staan hoe Islaja vaak oude songs gewoon recycleert tot splinternieuwe songs. Straf!


Ik hoop binnenkort de juiste woorden te vinden om de nieuwe Ignatz II cd te reviewen, maar eerlijk gezegd word ik er meestal gewoon stil van. Ignatz was dan ook het enige optreden op de bunker-avond dat mijn intussen in feeststemming geraakte geest stil en rustig kon houden. In een korte set speelde Bram Devens zijn intussen gekende futuristische Bluegrass Americana psychfolk, die toch altijd dat tikkeltje nieuwigheid bevat. Devens weet tegenwoordig te klinken als een oude gepijnigde bluesprofeet die zo uit een jaren 20-radio of een bakkelieten 78-toeren plaat kan komen. De Carter-family op de flyer werd me plots duidelijk. Het mag alleszins geweten zijn dat dit genialer wordt met de minuut en ik uitkijk naar elke move die Ignatz maakt.

Verwijs me naar de diepste regionen van de hel, laat mensleeuw gedaantes hun klauwen over mijn ingewanden strelen en masseer me met zipponaft en vuur... maar nooit in mijn leven had ik 1 noot van Jack Rose gehoord. Eerst dus maar even Dave Kraak op zijn systeem gaan werken... maar die wist me terecht te zeggen dat ik toch best eens zou luisteren. Wat een muzikant is me dit (Jack Rose dus)! 60 minuten hemels verlangende, hunkerende en van ontmoediging zuchtende gitaarklanken die van Bluegrass overgingen in Blues en toch op één of andere manier een psychedelische bijklank hadden. Een Roots Hendrix zonder het theatraal gedoe, een flamenco held zonder de pseudo-romantiek... hier zat gewoon een schijnbaar sympathieke jongeman die gitaar speelde. Maar ik kan me niet herinneren of ik ooit een gitarist live zag die zo oprecht en technisch sterk tegelijkertijd was.

Dat ik ooit karma zou krijgen omdat ik Jack Rose nog nooit beluisterde werd duidelijk toen ik nog tijdens het optreden moest hollen om mijn trein te halen, en die nog miste ook. Gelukkig raakte ik thuis... mét Ignatz cd, Jack Rose cd-r, R.O.T. LP, Ignatz Tape, Orphan Fairytale tape en de fantastische rijkunsten van Bart Sloow... de held der helden.

Foto's: kindamuzik.net

Tuesday, December 26, 2006

"Die on your feet, don't live on your knees."

Het is 25 december 2006. Traditie gebiedt me te luisteren naar Weihnachtmusik, te kijken naar Sissy films en ijstaart te eten in het putje van de winter. Traditie gebiedt me u te informeren over het Dendermondse cultuurveld. Maar een persoonlijke traditie gebiedt me ook om op onbewaakte momenten u de middenvinger te tonen en een eerbetoon te geven aan mensen waarvan je nooit dacht dat ze gingen weg gaan. Van de eerste pakkende woorden "Take this pain from my heart" uit "please please please" tot onvergetelijke concerten die zelfs grootmeesters als Fela Kuti en Miles Davis soms deden blozen... James Brown was soulbrother number 1, waarschijnlijk dé belangrijkste muzikant nog in leven, maar vandaag niet meer.


How do you stop (tell me) Before it's too late? You choose and you lose If you hesitate. (uit "How do you stop?)

De man begon nochthans zijn leven heel bescheiden door in zijn kindertijd als katoenplukker te werken, te dansen voor geld en schoenen te poetsen. In zijn puberteit kwam hij - zoals zovele zwarte jongeren in die tijd - in de criminaliteit terecht. In een verbeteringsgesticht ontmoette hij zijn ontdekker Bobby Byrd. Hij was een tijdje actief als bokser, later ook als pitcher bij een baseball team. Maar als een geluk bij een ongeluk kreeg de jonge Brown een ernstige wonde aan zijn been en kon hij niet meer spelen. Samen met Bobby Byrd begon hij gospel te spelen, maar raakte al snel in de ban van bluescombo's met ondermeer Fats Domino en Hank Ballard. Toch zou hij in latere interviews Little Richard aanwijzen als zijn grote voorbeeld. Byrd en Brown richtten "the flames" op en zouden langzaam aan iets moois beginnen werken. Onder de naam "James Brown with the famous flames" brachten ze "Please Please Please" uit in 1956. Het nummer werd onmiddellijk een hit en de trein was vertrokken. De band raakte een gevestigde, doch minder opvallende waarde in het R&B landschap. Het waren platen als "live at the apollo 1962", "Night Train" en "Out of side" die zorgden voor de typische James Brown sound. Smerige blazers, een ritmisch rappende Brown en enorme funky drumbeats worden het handelsmerk van de band en lagen aan de basis van wat we later funk zouden noemen. Brown kon als bandleider en songschrijver makkelijk de eenvoud van R&B muziek combineren met het complexe gegeven van jazz. Die gekke, wilde bijna neo-Afrikaanse muziek zou het handelsmerk worden voor duizenden bands die volgden.


Eens de sound er was, kwamen de hits vanzelf. Vanaf de mid-jaren 60 scoorde Brown de ene hit na de andere. Klassiekers als "Papa's got a brand new bag", "I got you" en "It's a man's world" werden soulfunderingen. De latere hit "funky drummer" zou één van de meeste gesampelde songs ooit worden. Live begint Brown vaak op het moment zelf zijn muzikanten tips te geven hoe ze moeten spelen. Hij zingt soms maar praat meer tijdens de nummers (Rap!). Toch verliet de ene muzikant na de andere de band. Niet dat Brown erop achteruit ging. Hij begon in de jaren 70 samen te werken met toen nog onbekende muzikanten als Bootsy Collins, Phelps Collins en Fred Wesley. De nieuwe achtergrondband zou "the JB's" heten en onder andere "(Get up I feel like a)Sex Machine" schrijven. Hoewel het aantal hits in de 70's minder in aantal zijn dan in de 60's mogen we toch stellen dat platen als "The payback" en "Stoned to the bone" behoren tot zijn allerbeste platen.


Maar ook "the JB's" waren ervaren muzikanten die hun lusten elders gingen botvieren en Brown zou op regelmatige basis andere muzikanten voor de band zoeken. Maar op dat moment hoefde de man al lang geen introductie meer. James Brown wàs op dat moment al de essentie van alles wat in de toekomst "black and beautiful" zou zijn. De hardst werkende man in show business, soul brother numer 1, the godfather of soul... elke naam die refereerde naar James Brown zou altijd een superlatief bevatten. Hij bleef samenwerken met muzikanten en performers waar hij in geloofde (Afrika Bambaata, Joss Stone etc...). Hij bleef altijd bij het standpunt om te spelen tot hij stierf. Zijn overvolle concertagenda tot augustus 2007 bewees dat dit ook effectief zijn plan was.

Dat het plotse overlijden van James Brown een schok voor de wereld én voor elke zichzelf respecterende muzikant was is niet verwonderlijk. Miljoenen mensen treuren op kerstdag en honderdduizenden jongeren gaan morgen het internet afschuimen op zoek naar de muziek van de man die ze nog niet hadden ontdekt. Het lichaam is dood, maar de soul gaat verder.


"Soul is a deep feeling and a committed feeling. Soul is something that stays with you despite the obstacles that are put in front of you. Soul is the real you. Soul is when you feel that God is watching over you, and if you make a mistake or do something willfully against somebody else, soul will make you realize that you've done something wrong. It makes you fear God more." Aldus James Brown 1933 - 2006.

Thursday, December 14, 2006

Miles Davis - So what

Toch maar iets meer youtube stuff. Ik verdiep me vaak in jazz-archief series van video bloggers. Als ik iets interessant vind post ik het. Alvast een leuk begin:

Wednesday, December 13, 2006

Sonic Drones

Verlof hebben op een dinsdag in december zal waarschijnlijk nooit echt een fantastisch idee zijn. Tenzij natuurlijk dat je de kans krijgt om Sonic youth samen met Corsano/Flaherty/C. spencer yèh trio te zien. Om 16.00 in de namiddag vertrok deze jonge heer aldus in charmant gezelschap richting schaarbeek om iets te eten en aan te schuiven voor een mooi plaatsje. Vroeg aanwezig zijn in de buurt van een concert geeft je vaak de kans om hier en daar eens een legende doodleuk over straat te zien lopen. Ik werd dan ook behoorlijk nerveus toen ik terug van het restaurant eventjes Paul Flaherty en Paul Labreque (sunburned hand of the man) zag lopen. Gekke mensen, gekke boel... tijd om binnen te gaan.



Example

Onverwacht begon er een band te spelen waarvan ik zeker was dat ze niet het geplande voorprogramma waren. Het was lambsbret (of lambs bread, geen idee eigenlijk) een trio dat snelle, fucked up noisepunk met freejazz invloeden speelden. Een soort smerige versie van the Julie Mittens. Het kon me alleszins genoeg boeien om er 4 cd-r's van aan te schaffen. Daarna was er een dame die een dronesessie van een klein kwartier gaf. Ik had het gevoel dat ze wat geluidsproblemen had, en indien dit niet het geval was was het een drone zondermeer. Ik hou van drones, maar liefst wel met een beetje afwisseling en inventiviteit (as in: la monte young was graaf, maar je moet het niet blijven uitmelken).

Tijd voor één van de drie grote redenen waarom ik hier was: Chris Corsano, Paul Flaherty en C. Spencer Yèh op 1 podium. Al 3 jaar probeer ik het Corsano/Flaherty duo te zien te krijgen, maar telkens loopt het op één of andere manier mis. Het "eindelijk"-gevoel was niet te beschrijven toen de legenden op het podium kwamen. Een half uur meesterlijke drums, snijdende sax daar bovenop nog eens C. Spencer yèh die viool en klank-poëzie gewijs een absolute meerwaarde bracht aan het zowiezo al geniale Corsano/Flaherty concept. Chris Corsano bewijst nogmaals dat hij één van mijn alltime favoriete drummers is. 30 minuten pure jazz krankzinnigheid. Even had ik geen zin meer om Sonic youth te zien en hoopte ik de 3 nog eens te zien op deze avond.


Example



Gelukkig ben ik een vrij grote Sonic Youth fan en was het openingsakkoord van "Teen Age Riot" al genoeg om me opnieuw in volle extase te laten luisteren naar de helden die ik al enige tijd niet meer zien spelen had. De band springt onmiddelijk over in een lange noisedrone waarin Thurston Moore erin slaagt om de persfotografen even op stang te jagen door het hoofd van één van hen te gebruiken als dronemiddel, waarna hij van het podium valt en nog een minuut of 5 begint te dronen. Zijn schoen raakt ergens achterwege, maar komt uiteindelijk toch terecht.

De rest van de set wordt vooral gevuld met songs van de nieuwe "rather ripped" plaat, een plaat die eventjes moest groeien maar toch weer een klassieker van formaat is. De voorstelling wordt mooi afgewisseld met een paar snijdende klassiekers. Absolute hoogtpunten waren Lee Ranaldo doe gek kwam tijdens "do you believe in rapture?" en de encores "100 percent" en natuurlijk "expressway to yr skull" waar bij de aanvang van de song Thurston de bevrijdende woorden "Hey Chris, set up your drums man" roept. Wat je te horen kreeg was een 20-minuten durende noisedroon met als participanten: Kim Gordon, Thurston Moore, Lee Ranaldo, Steve Shelley, Chris Corsano, Paul Flaherty, Spencer C. Yèh en de gitarist van lambs bread. Harder dan dit maken ze het niet. Meer moest er niet gezegd worden. Wat cd-r's aanschaffen, het charmante gezelschap mooi voor de deur afzetten en huiswaarts in het hoofd verderdronen!

Tuesday, November 28, 2006

Syd Barret

Niet dat ik dit wil vullen met youtube vondsten maar deze acid-film van Syd Barret wou ik nu toch niet voor mezelf houden.


Friday, November 17, 2006

Met welbeleefde groet van de kameel

Artikel verschenen in de oktober editie van ruis. Dit is een artikel over 2 van mijn freejazz helden.

“Wat een merkwaardig tegendraads mannetje dat hij toch altijd is hé. Dat steekt soms, en soms is het ook heel koddig, ook heel ontroerend”, aldus drumlegende Han Bennink over zijn eeuwige collega Misha Mengelberg. De twee vormen sinds hun verschijning op Eric Dolphy’s “last date” plaat uit 1964 een bijna onafscheidelijk duo. Op 18 augustus stond het 23ste Free Music Festival nog in het teken van deze twee legendarische improvisatiepioniers. Over deze relatie, het ICP orkest, taoïsme en jazz maakte Jellie Dekker (NPS) de documentaire “Afijn”, die overigens in Belgische première ging op datzelfde Free Music Festival. “Je hebt twee soorten muziek, saaie muziek en aardige muziek”. Mengelberg, zijn kat en papegaai maken alleszins aardige muziek.

JAZZ EN COMPOSITIE

De jonge Misha Mengelberg raakt in de ban van de jazz toen hij als jong mannetje door zijn vader, dirigent Karel Mengelberg, meegenomen werd naar de Duke Ellingtonband. De twee kwamen binnen na een koffiepauze. Tijdens die pauze was Ellington al beginnen spelen. Druppelsgewijs klom de ene muzikant na de andere op het podium en begon mee te doen met de pianist. “Muziek waar zoiets mogelijk is, dat is mijn muziek” zal Mengelberg achteraf zeggen. Toch waren het vooral de tegendraadse akkoorden van Thelonious Monk die de zeer jonge pianist Mengelberg fascineerden. Zowel Monk als Herbie Nichols werden de belangrijkste invloeden van Mengelberg én van het latere ICP.

Na verloop van tijd zette hij, tot grote ergernis van zijn ouders, zijn studies architectuur stop om compositie studeren aan het conservatorium van Den Haag. Toen al componeerde hij vooral conceptuele en experimentele stukken die jammer genoeg niet veel indruk maken op zijn toenmalige docenten. Intussen komt hij in contact met John Cage en zijn werk, een ontmoeting die zijn visie op muziek voorgoed zal veranderen. Mengelbergs werk wordt meer ironisch en soms bijtend. In de vroege jaren zeventig componeert hij “Met Welbeleefde Groet Van De Kameel”, een werk waarin hij uit een stoel een kameel timmert tijdens een halfimproviserende compositie. In “Muziek Voor Twee Piano’s” waar hij zelf over zegt: “Ik wou een piano humaniseren… wat dat betekent weet ik niet, maar ik heb me er wel mee beziggehouden”, zat er één persoon achter de piano en één eronder. Onder de piano werd er vooral percussie gespeeld (bommetjes inclusief), terwijl er boven een soort organisch minimalistische improvisatie ten beste werd gegeven. Deze mix van improvisatie, tegendraadse bopstandards en theater zal altijd wel een beetje zijn handelsmerk blijven.

HAN BENNINK

Wie Misha Mengelberg en Han Bennink al samen aan het werk zag, merkt onmiddellijk dat er magie is tussen de twee. Het feit dat ze al meer dan 35 jaar samenspelen, zit er natuurlijk voor iets tussen. Zo weet Mengelberg intussen wel al dat Bennink bij de aanvang van elk optreden heel hard begint te spelen. Dan wacht Misha gewoon rustig tot Han wat moe is, om dan iets harder op zijn piano te spelen. Maar ondanks dit alles zijn de twee zelf verwonderd over het feit dat het altijd zo goed klikt. “We beginnen maar wat te spelen", zegt Mengelberg in de Afijndocumentaire. Uit deze documentaire blijkt ook dat de twee vaak problemen aanvoelen terwijl ze samenspelen. “Altijd wordt er wel iets nieuw toegevoegd aan die lijst problemen en verrassingen, en dat maakt het spelen net zo interessant", geeft Bennink ons mee. In tegenstelling tot veel andere improvmuzikanten hebben de twee er geen probleem mee om op regelmatige tijdstippen een doodeenvoudig blues- of monknummer te spelen, laat staan dat ze er problemen mee zouden hebben om een podium te delen met bands als Led Zeppelin en Sly and The Family Stone.

De muzikale liefde tussen de twee werd na verloop van tijd zo groot dat ze besloten om samen met goede vriend Willem Breuker het ICP op te richten, wat nog steeds staat voor “instant composers pool”. De eerste release was een duo-opname van Willem Breuker en Han Bennink, waarvan elke lp apart beschilderd werd door Han Bennink. DIY een hele tijd alvorens het een huishoudwoord werd dus. Na deze release voegde Mengelberg hier aan toe: “ook ik ben lid van ICP”, en de pool was geboren. Breuker ontpopte zich ondanks de improvisatiegedachte al snel tot een doorsnee orkestleider zodat het na verloop van tijd tot een breuk kwam. Namen als Maurice Horsthuis en Michael Moore werden toegevoegd aan de band en het moderne ICP begon begin jaren tachtig langzaam maar zeker vorm te krijgen. Tegenwoordig is ICP een tienkoppig improvisatieorkest met legendarische status, vooral draaiende rond de composities van Misha Mengelberg.

TOT SLOT

Als 50’s gitarist Jim Hall zegt: “instant composition”, zegt Misha Mengelberg “Instant coffee”. Als Bennink hard speelt, speelt Mengelberg stil en vice versa. Het is dus niet verwonderlijk dat Mengelberg door bewonderaars "het levende taoïsme" genoemd wordt. Hij is een tegendraads, aimabel genie dat omwille van zijn composities en improvisaties intussen wel al gerekend mag worden tot de wereldtop. Misschien is hij de volgende stap na Thelonious Monk, maar misschien ook wel meer dan dat. Wat hij ook moge wezen – en de definities stapelen zich op – er is alleszins karakter genoeg aan Mengelberg om er een 77 minuten durende documentaire over te maken die niet alleen een prachtbeeld kan geven over een van de grootste genieën van de lage landen, maar ook een prachtige inleiding kan zijn voor freejazzaspiranten.

Monday, August 14, 2006

3 punkbands, 1 weekend, 1 maagzweer

Geen pothead die stoned en gek genoeg is om op dit idee te komen: Shredder, The priceduifkes én Sunpower... 1 weekend... Engeland! Gooi er nog een reproach bij (die er jammer genoeg niet bij waren), en we waren doodgeweest. Maar het combo van 3 zotte trashpunkrockcoremaaktallemaalnietuit bands, in verschillende bestelwagens, vergezeld van een aantal locals was al voldoende om er enerzijds stressy, anderzijds euforisch bij te lopen.

Aanwezig: The priceduifkes, Shredder, The priceduifkes entourage (Sjaske, dude van heist slam brigade en andere zotten!), Sunpower, Christophe van Robinia speeltuinen en Jerusalem the black, Lander aka de anton Corbijn van Sunpower, John Terror AKa de man van de John Terror EP, Kockie AKA de suicidal driver die niet moest rijden, Kika D aka die van dat boek, Patrick AKa Patrick junior van Comatose, Chello AKA de curator van Lebbeke.

1. Zoli Sucks! (sorry Marcel)

We vertrekken al behoorlijk vroeg met een sunpower state of mind van Opwijk naar Calais. We stoppen 50 keer, drinken een koffie en maken er een gezellige eerste roadtrip van. Zo gezellig dat we te laat in Calais kwamen en dan maar een dik uur op de volgende boot konden wachten. Gelukkig waren er de priceduifkes en hun ipod-jukebox vol metal-klassiekers, kinderen voor kinderen en 3-chord punkrocktunes. Na wat zotte breakdancemoves van lokale held Ricky D, de boot op en rijden alsof er een pot met goud in Bristol op ons zat te wachten.

Lessons on the boat:

- Kokkie houdt NIET van Guns n' roses, Michael Jackson en Bon Jovi
- Chet Baker was een geniale muzikant, maar daar stopt het ook. Zijn biografie is oersaai en ik krijg een dégout van die mens. Daar gaat mijn quality leestime.
- Touristil < Alcohol Het leven op een eerste tourdag kan hard zijn en we vliegen dus ook richting Bristol waar we gezien de omstandigheden nog goed op tijd aankomen. We vinden "the junction" al vrij snel en binnen het half uur staat er een supermaaltijd van Indische Sabji, rijst en een soort weirde pap die goed smaakte klaar. Wel even oppassen voor het opstapje en de lokale alcoholieker die er lag te slapen. Al snel krijgen we het slechte nieuws dat er 2 straten verder een andere show is waar Ignite zal headlinen. Op een vreemde manier zit sunpower op hetzelfde label als Zoli's soloproject (met de innoverende naam: Zoli band). Het kan me eerlijk gezegd ook niet schelen. Zowel Ignite als Zoli interesseren me geen zak en ik begrijp niet waarom mensen zo hard into een band zijn die heulen met de vijand door een fucking "sunday bloody sunday" cover te spelen. Och ja, als ze maar gelukkig zijn. Maar desaniettemin ziet het er naar uit dat we dus voor een zo goed als lege zaal zullen spelen. Gelukkig zijn we met 25 en is een slechte opkomst geen voorbode voor een saaie avond.



Shredder ontploft als een ADHD psychopaat. Ik hoor voor de eerste keer een paar nieuwe songs en "Monster Jam" behoort al zeker tot mijn favorieten. Ik ga nog wel een paar bomen opzetten over shredder in dit blog, maar laat het geweten zijn dat dit wel degelijk één van de beste Belgische hardcorebands op dit moment zijn. Van the priceduifkes ga ik enkel zeggen dat ze de toekomst zijn. Ik ga me straks toch niet kunnen inhouden om nog meer lof te spuien over deze helden. Na de show werd er gechilled in het park, zoals ze dat in Engeland blijkbaar wel vaker doen. We gaan richting Jen's huis (het meisje die de show organiseerde aldus), horen nog een monoloog over Lebbeke, luisteren naar John Terror's hitsingle "droog in de kakker" en tussen het gemompel door kan ik enkel nog wat nascheurende gitaren horen, waarop ik in slaap val. 2. African Queen!

Indian Queen dus! Boston... mensen die ons kennen weten intussen dat we hier vorig jaar een vrij legendarische show gespeeld hadden (voor hen misschien niet, maar voor onszelf wel) en we zijn enorm zenuwachtig om terug te kunnen spelen. Tussendoor bezoeken we even Strattford om naar het geboortehuis van Shakespeare te kijken, te merken dat shakespeareboeken in strattford 3 keer zo duur zijn en vul ik mijn maag met etensrestjes van kompanen die de schil van een grote aardappel niet lekker vinden. Noem het marginaal, noem het vuilbakkenmentaliteit... ik noem het goed eten!

Eens in Boston arriveren we al snel in de Indian queen. Tijd voor een eerste gelegenheidsband. We stellen op en jammen 6 minuten met de Davy-Mambo-Christopheband. Bleh, vandaag niet. The priceduifkes openen vandaag en omdat ik vrij sober ben vandaag heb ik de kans om de duifkes eens rustig en uitvoerig te bekijken. Mensen die de priceduifkes nog niet hoorden... koop hun demo en hun 7" als hij uit is. Denk aan de leegte die in u zit omdat screeching weasel en the nobodys al lang geen nieuw platen meer uitgebracht hebben. Weet dat die leegte gevuld wordt met priceduifkes en niet op een "laat het ons ook maar eens proberen"-manier. Nee, de priceduifkes moeten wel één van de meest standvastige, oprechte en snotty bands op dit moment zijn.

Lessons on the road:

- De dudes van abandon ship zijn nog altijd minstens even cool dan vorig jaar.
- Ik sta niet met een hawaiaanse short die eigenlijk toebehoort aan Lander.
- Boston nachten zijn gekke nachten.

Shredder pompt alweer! En met sunpower spelen we een eerste voldoenende show dit weekend. Een hoop singalongs, fingerpointing, van het drumstoeltje vallen. Om een lang verhaal kort te maken... Boston kwam weer zot naar aloude gewoonte. Ooit wil ik hier terug spelen, maar misschien moeten we maar eens elders gaan touren volgende keer.

3. Ride the snake

De tour eindigt hier. Ik word wakker met een dodende hoofdpijn die ik probeer te doden met een kilo koffie en veggie burgers. Veggie burgers op de barbecue als ontbijt... nog zoiets gek. De uitspraak "breakfast schmeakfast" lijkt plots heel andere proporties te krijgen. Eens de koffie begint te werken vertrekken we naar Boston Centrum om daar NOG maar eens te eten in een héél voze "all you can eat" Chinees. Ik neem een klein bordje en schep daarna nog eens fruit bij. Ik denk stil "fuck fruit in potten" en maak een wandeling. Fucking tour, fucking hoofdpijn... ik moet het kalmer aan doen. Gelukkig was er nog de vuilbekkende 9-jarige dochter van de kerel die de show organiseerde. Toch nog een kleine glimlach op het gezicht.

Aangezien Walk the plank hun releaseshow speelde in Leeds, vond de organisator het een slecht idee om ons die dag ook te boeken. Ik kan hem geen ongelijk geven hoewel het wel fijn had geweest om te mogen spelen met walk the plank. Maar de auto reed naar Sheffield, en men verzekerde ons dat daar ook wel een coole show op ons zat te wachten. Toch was de sfeer grimmig, vermoeid en vooral héél stil. Eens aangekomen in sheffield was er geen open venue of restaurant te bespeuren. Dan maar even afwachten in een pub. Heel toevallig de enige muziekpub in een straal van 2 kilometer.

Ik weet niet of het de zotte opeenvolging van classics was in de jukebox, het plotse wakker worden of het herontdekte gerstennat... maar 2 uur later was een tot dan dode pub omgetoverd tot een singalong café vol scheve mensen. Polonaisegewijs vertrokken we met spijt in het hart naar de venue alwaar een band van jonge kids hun allereerste show speelden. Human piramids, dives, pile-ons... "these crazy Belgians". Na 15 blauwe plekken toch maar beslist om even te stoppen en me te concenteren op de show. Toch waren we heel psyched om nog iets zot te doen. Terwijl de show op de eerste verdieping was, was er beneden in de pub een soort talentenjacht aan gang. Slechte singersonwriters die zich soms alleen vergezelden van één enkele maracas en een mondharmonica kwamen er op hun pathetische versie "mad world" van tears for fears zingen. Ikzelf, Kevin (gitarist sunpower), Christophe (van Robinia) en een allegaartje van shredder en priceduifkes jugend op percussie schreven ons in.

GOOD EVENING EVERYONE, WE ARE THE RAPISTS AND THIS FIRST SONG IS CALLED: I CAN'T SEEM TO FIND A WOMAN SO YOU BETTER WATCH OUT FOR YOUR WIFE!!!! Waarop we een 7 minuutjes begonnen te jammen. Sinds Kevin gitarist is bij the wayouts is zijn 60's fuzz manier van gitaar spelen bij tijd echt wel indrukwekkend geworden. Jammen is cool.

Dat de priceduifkes blaasden en shredder weer pompte als nooit tevoren hoef ik niet meer te zeggen. Van de sunpowershow herinner ik me alleen een hoop mensen die langs mijn drum passeerden om God weet wat te doen.

Na de show en het traditionele gechill werd er vertrokken richting kraakpand alwaar een groot kampvuur op ons wachtte. Maar eerst natuurlijk de deur openkrijgen. Het "baasje" van het kraakpand was de enige sleutel tot het pand kwijt. Bummer! Dan maar inbeuken met een container. Na een kleine inspectie besloot ik om in de van te slapen, maar ik wou gerust wel even genieten van het kampvuur in de tuin. Indianenverhalen werden verteld, cider werd geproefd, Doorsklassiekers werden al dansens rond het vuur gezongen en de camionet werd beslapen.

Lessons on the road:

- Als het pijn doet: verval in oude gewoonten als je deftig wil spelen.
- The doors blijft één van de meest fantastische bands ooit
- Het volstaat om ooit in de band van de drummer van pulp gespeeld te hebben om er als Jules Deelder uit te zien en je ook zo te gedragen
- Kraakpanden zijn cool.
- Ik kan gerust 4 dagen zonder een boek.

4. The beach motherfucker!

Wat mijn vorige lessons on the road betreft wil ik een kleine correctie maken. Het vervallen in oude gewoontes geldt maar voor 1 dag. Een tweede dag moet je zoiets niet meer proberen tenzij je suicidaal bent of John Terror heet. Hoewel ik kapot was, had ik toch een fijne tour om op terug te kijken. Niks dan posi gedoe, de valium adicts van de priceduifkes perfect afgewisseld met de hyperkinetische shredder dudes. 't Was volgens velen een slechte zet om zoveel bands en vrienden mee te nemen op tour, maar eigenlijk is er niks fout gelopen. Dit was de shit en ik heb een skoone tijd gehad!

Maar er is dus nog 1 dag te gaan en vandaag werd ik gedoopt om voor de eerste keer ooit in mijn korte leven richting Brighton te gaan (6 uur rijden of zo?) aan de linkerkant van de weg. Maar ondanks de hoofdpijn, het grieperige gevoel en de moeheid had ik er zin in. Brighton is het eerste strand dat we in dagen zien en ik heb zin om er te chillen. Ik zit al de hele dag met "rood" van Marco Borsato in mijn hoofd en ik word er zelfs niet pissig van. Ik moet wel in een strandmood zijn.

Eens in Brighton wordt er dus wel degelijk gechilled aan het strand, gegeten bij Rob Abandon Ship en na veel vijven en zessen met de priceduifkesvan gespeeld in Brighton. (Een hele dag in 2 zinnen, hoe zot!) Iedereen was doodmoe, fed up en klaar om dood te vallen. Toch was er alweer shreddergepomp, duifkesgeblaas en sunpowergeschal. Met de laatste krachten, maar ook dat zijn krachten weliswaar.

Met de nodige polonaises (John terror had écht wel een hit gescoord), fotoshoots en unitymomenten werd er afscheid genomen van onze Engelse buddies. In de boot was er Tom & Jerry marathon. Awesome! Hoewel ik meer een WB cartoons mens ben toch wel een fijne afsluiter van 4 zotte dagen.

Lessons on the road:
- Nooit zeggen dat je de laatste dag gaat rijden
- Het strand is cool
- Camionetten moet je altijd achter elkaar parkeren met niet al teveel ruimte tussen, Godverdomme!

Thursday, May 11, 2006

ontdekking van de week: Makazoruki

Review van een Nederlandse band waar ik zwaar van verrast was. In't Engels omdat het geschreven werd voor www.mashnote.net.

It's so weird we, being Belgians, never really look over the border to check Holland bands that much. Imagine noiserock music in Europe without bands such as gone bald or the ex. Experimental bands that mix noise-rock with some sort of a fusion feature on it. This Makazoruki follows quite the same concept in a very unique way.Makazoruki are 4 people from Bosnia that moved to Amsterdam to record their first demo. They contributed to a Sonic youth tribute album with an extraordinary coverversion of "shadow of a doubt". This is their debut album on narrominded records. For a start,the artwork is beautiful and appealing. Some collage painting kind of things that create a warm, yet desperate feeling. Artwork that fits the band completely.If you really want, you can compare every band with noisy influences with Sonic youth but Makazoruki really does have some typical SY sound in it. Still they have this epic vocalist that talks-sings-screams tons of emotions. Be it personal or political, he convinces you of his uprightness. The mix of great technical guitarmusic, epic parlandos and apocalyptic noise bursts from time to time make this debut album on of the most interesting albums of the year. Sounds really 80's, sounds like the last album you will hear before jumping from a buidling, sounds wonderful.file under: sonic youth, warm epic vocals, parlandos, hüsker dü, poetry

Sunday, April 16, 2006

Magik Markers, en nog wat in Antwerpen

Weirde vrijdagen in april. Na een vooravondje repeteren met één van mijn 6 bands die uitliep in een grote jamsessie met een hoop Hongaarse zigeuners besloot ik dat ik gek genoeg was om richting Antwerpen te rijden om eindelijk maar eens Magik Markers te zien. Reizen naar Thailand, griepjes en ander gedoe hebben me altijd tegengehouden, maar deze keer zou ik één van mijn favoriete no-wave-noise bands aan het werk zien. Ik zag een 3-tal verschillende line-ups op verschillende sites dus had geen idee welke voorprogramma's er waren en hoe ze heetten.

Het is altijd wel grappig om ergens binnen te komen en direct 6 flyers te krijgen met de boodschap "zeker komen". Ik hoop alvast 3 van die 6 shows te kunnen bezoeken, maar wie me kent weet dat zoiets nooit zeker is. Anyway, ik was net op tijd binnen voor Shattered minds (vroeger Schizoïde). Een kwartier intense gitaardrones en noise zoals we dat van hem verwachten. Van mij mogen zo'n sets net iets langer duren, maar van anderen niet. Ik hou dus maar mijn mond. Intussen spot ik even lokale Bukowski JMH Berckmans in een hoekje. Altijd fijn om een legende in je vizier te krijgen.

De volgende band was denk ik "Tuto Fuzzi". Vrij saaie freenoise met hier en daar een knipoog naar jazz, maar dan zonder al teveel karakter. Een vreemde band, of een slechte band... ik weet het niet. Ik vond er gewoon niks aan en ga er dan ook niet al teveel tekst aan spenderen.

Mijn gok (een pure gok) was dat het trio erna "Hans en Grietje" was, de enige andere Belgische band op de bill. Dit kon dan weer wel boeien. Eva van Deuren (die onlangs nog een pracht van een drone-tape uitbracht met Orphan Fairytale) liet zich begeleiden door 2 mensen waarvan ik u de naam schuldig moet blijven, maar waarvan 1 platen verkoopt (hoe makkelijk is het toch om over concerten te schrijven). Maakt allemaal niet uit. Een kleine 20-25 minuten speelgoed-drones, nachtgeluiden met hier en daar een knarsende gitaar. Het soort van sets die makkelijk 3 kwartier kunnen duren zonder dat het gaat vervelen.



Als er één band is waar ik 100% zeker van was dat zij het waren, dan was het magik markers. Dé band die me niet mocht teleurstellen. En ondanks kapotte micros, wegschuivende drums en andere technische mankementen werd ik ook niet teleurgesteld. De markers zijn pure chaos, pure vrijheid met een kleine constante in de drums (hoewel...). Hyperkinetische, vrijgevochten pijnpunk die vrijwel iedereen in het scheld'apen licht psychotisch maakte, tot JMH Berckmans toe. Na de show was het enige dat ik kon denken "eindelijk". Op zich wel een fijn gevoel maar geen stof genoeg om nog met iemand een gesprek aan te knopen. Goeieavond, auto in en slapen.

Morrissey in Amsterdam - laat ons nu maar even melancholisch wezen



Ik hou niet van Amsterdam. Elke 3 meter wordt je gevraagd of je een gram cocaine gratis wil proberen, er komen kroketten uit de muren en ze verkopen er "Vlaamse frites" waar ik nog niet zou aan willen ruiken. Gelukkig heeft Amsterdam ook zijn positieve zijdes. "Je kan er boeken kopen die je hier nergens vindt" zong Kris Debruyne bijvoorbeeld. En eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik maar al te graag een kilo of 6 vintage boeken wou meenemen naar huis. Maar ik was in Amsterdam voor Morrissey en liet de dure boeken maar voor wat ze waren. Ik hoorde de meest afschuwelijke dingen over de "heineken music hall" en was dan ook bang dat mijn eerste Morrissey optreden een regelrechte teleurstelling zou zijn. Binnengekomen zag het er allemaal nog nieuw en professioneel uit. Geen paniekerige dingen, de music hall leek - ondanks uitverkocht - een vrij rustige en gezellige sfeer uit te stralen. Looza in de hand, de 2 laatste zitplaatsen ingepalmd na een morele discussie met één of andere hollandse troela over het "of je al dan niet iemands plaats mag innemen die een kwartier geleden iets ging halen om te drinken". Soit... Morrissey.

"it's spring again, so I'll sing again with tullips from Amsterdam". Mozzer moet waarschijnlijk hetzelfde deuntje als ik constant door zijn hoofd laten spoken hebben. Gelukkig kreeg hij de irritante Hoes-classic eruit door direct te beginnen met "First of the gang to die". Het geluid zat mooi en Heineken ontplofte een heel klein beetje. Ik had enorm veel zin om alsnog snel snel naar voor te lopen maar begreep dat het concert zou gedaan zijn eer ik er was. Toch werd mijn gevoel nogmaals bevestigd als hij er als tweede song direct een smiths klassieker als Still Ill uitgooit. Engeland behoort hem niet meer toe tegenwoordig, "England's a swine". Het zal ons een zorg wezen. Mozzer tovert dingen uit zijn hart, en dat is net waar hij goed in is. "Despite all the grudges we've hit number one in England...and in Sweden...and in Iraq" sprak de stiekem nog steeds jonge God voordat hij de nieuwe single "you have killed me" door de speakers gooide. Direct daarop nog een song van de nieuwe plaat "The youngest was the most loved".



We konden het denken. Een Mozzer die op safe speelt bestaat niet en ik schrok dan ook even toen plots de song "reader meet author" vanuit het niets leek te komen. Een betere song van de op zich heel slechte Morrissey plaat Southpaw Grammar. Hij noemde het album zelf een career killer dus hij moést het wel spelen om mensen te irriteren. "This is from an album nobody likes, and that's why we're playing it" zegt de man, zoals ik grinnikend wel verwacht had. Toch gaat de band heel mooi verder met songs als "Let me kiss you" (dé ultieme versiersong voor lelijke mensen), "My life is a succession of people saying goodbye" (b-zijde van "first of the gang to die) en Girlfriend in a coma (eindelijk!).

Dan was het toch even tijd voor het uiteindelijke doel van deze tour, namelijk zijn nieuw album voor te stellen. De 3 songs "I will see you in far-off places", "to me you are a work of art" en "life is a pigsty" worden magistraal, bombastisch en melancholisch gebracht zodat ze -ondanks nieuwe songs- geen moment vervelen. Mozzer mag dan wel verliefd zijn, hij kan nog steeds een hart doen breken. Na alweer een onverwacht niemendalletje als "trouble loves me" is het tijd om de indommelende, op hits azende music hall terug wat wakker te schudden. Smiths song "how soon is now" en Mozzers ultieme comeback song "Irish blood, English heart" doen Amsterdam even op zijn grondvesten daveren. Na een slechte magazine cover en 2 alweer mooie, bombastische nieuwe songs houdt de man het voor bekeken. Heel even richtte ik mijn ogen naar de hemel en dacht "God, ik weet dat ik niet altijd een goeie dienaar geweest ben, maar ik heb zoveel geld betaald om deze troubadour der melancholie te zien. Laat hem alstublief terugkomen en "last night I dreamt somebody loved me" zingen. Het is tenslotte het lijflied van de eenzame mensen." Nu weet ik niet of het mijn gebed was of 6-7000 schreeuwende veertigers, maar Mozzer kwam, speelde en spuwde alles wat ik ooit fout over hem dacht weg. Laat andere mensen maar een vingertje hoor houden als het op Morrissey aankomt. Ze waren er niet, ze hebben het niet meegemaakt.

In sneltempo naar de parking, de auto in, de file ontwijken en huiswaarts rijden met een getormenteerd hart.

Wednesday, April 05, 2006

Fonal Folks!


Fonal records en ondergetekende hebben een speciale band. Dankzij de mensen van (kraak)³ kwam ik in contact met dit label en deed in 2004 een optreden voor Kiila en Es. Na 1 luisterbeurt was ik danig onder de indruk van beide en stond dan ook te popelen om ze aan Dendermonde voor te stellen. Ik vrees dat Sami Sänpäkkilä het niet de beste ervaring uit zijn leven vond, mede dankzij de koppige, mompelende tooghangers van het plaatselijke jeugdhuis. Gelukkig genoot ik er meer van dan hem. 2 jaar later ben ik gestopt met parochiedorpjes te bekeren en ga ik blakend van geluk de functie van toeschouwer tegemoet. Kiila zal er staan, Islaja zal er staan en een zekere Ville Leinonen zal ik voor de eerste keer zien. Een nerveus gevoel overvalt me, maar de glimlach is er. Dat is het voornaamste.

De voor mij onbekende Ville Leinonen begon al als een aangename verrassing. Hij begon nogal speels aan zijn set met losse folkie songwritermuziek en een compleet zorgeloos gefluit zodat je je direct op je gemakt voelde. Al snel ging hij over naar een meer intense song, om de sfeer dan toch even te breken met covers van één of andere Finse charmezanger. Sommige mensen keken even sceptisch, maar ik waande me even in alweer een zorgeloze feelgoodfilm die je wel eens in de sphinx bioscoop ziet. En eigenlijk was dat de draad in het verhaal van Ville Leinonen, liedjes die zo nostalgisch klinken dat je denkt ze in een ver verleden op de platenspeler van je pa gehoord te hebben. Versier dat nog even met een Samhain (!!!) en een Elvis cover, een beetje gezellige toogpraat en wat humor en je eerste geslaagde optreden van de avond zat erop.

Ik ben een gezonde, jonge en sympathieke jongen die al een hele tijd vrijgezel is. Natuurlijk stond ik maar al te nerveus te wachten op Islaja en haar kwetsbare, soms pijnlijke stem. Haar debuut cd kwam vrij toevallig in mijn handen, waar het gekoesterd en bemind werd als goud. Al een aantal keer miste ik haar live, maar deze keer kwam het er dan toch van. De clavecimbels, schelphoorns en andere mytische geluiden werden vaak vervangen door een eenvoudige gitaar/basgitaar line-up, af en toe bijgestaan door een toeter, melodica, belletjes of het meest angstaanjagende konijn dat je ooit zag. Elke seconde was staren, elke seconde was huilen en Islaja bleef maar overtuigen. Een mevrouw die je zonder al teveel discussie een potentiële mythe is, type Jandek, Barret, een diep donker moerras.



Kiila, een van de weinige folkpopbands waar ik uitbundig van word. Ze klinken fris, traditioneel, psychedelisch, warm en jachtig tegelijkertijd. Maar vooral... Kiila voelt bijna organisch aan. Alles wijst zichzelf uit en de band met iets of iemand vergelijken is not done. Ik hoopte wat nieuwe nummers te horen, en die waren er natuurlijk (gelukkig want Silmät Sulkaset dateert al van 2004). Kiila leek tijdens de set op sommige momenten geesten op te roepen en bij tijd bracht dat een ongemakkelijke sfeer met zich mee. De ijzige viool, de repetitieve gitaar en zacht dirigerende bongo's bliezen de hele zaal van het speelse naar het spirituele; met als hoogtepunt het prachtige "kateet linnut". Afsluiten deden ze vanzelfsprekend met het sublieme en opzwepende "Auringonlunta", waardoor het publiek zelf voor een kleine 6 minuten bezeten werd door iets dat blijkbaar in iedereen leek te kruipen. Of het Kiila heette of Goddelijke interventie zal me worst wezen... het was fonal en het was weer mooi.

http://www.fonal.com/

http://www.kiila.com

Tuesday, April 04, 2006

Chercher le batérist: Keith Moon



Het jongste weekend nog hoorde ik een snotneus op één of ander punkoptreden "no more heroes" roepen. Zijn lederen jekker volgeschreven met namen van bands die hij waarschijnlijk best wel leuk vind en die van hem de pseudo-anarchistische DIY hanekamdrager maakten die hij was. Maar zijn helden waren het zeker niet. Hij geloofde niet in helden, en die hanekam was zijn eigen unieke manier om te zeggen dat het systeem slecht was. Nu goed, het voornaamste is dat hij gelukkig is of toch probeert zichzelf gelukkig te maken. Ik heb wel helden, en ben maar al te blij dat ik af en toe iets over hen kan zeggen.

Neem nu Keith moon. 50'ers zien het als hun symbool van rock'n'roll. Het zuipende, gedrogeerde en decadente feestvarken van the who die bleef doorgaan tot het einde van zijn leven. Hét voorbeeld dat het vernietigen van hotelkamers en instrumenten wel degelijk uit de 60's kwam en de rest het gewoon wilden nadoen. Feit is dat destructiviteit en decadentie vaak gepaard gaat met kunstenaars/muzikanten en het me eigenlijk niet interesseert of Moon al dan niet dingen kapotmaakte. Als hij vond dat hij dat moest doen op dat moment is dat ok. Maar boven al die dingen, boven al de mythes en boven al de festiviteiten van Moons exhuberante gedrag: Moon was een pracht van een drummer! In een tijd waar een drummer niet meer moest doen dan een steady beat geven en niet te luid spelen brengde Moon de verfrissing waar vele drummers zaten op te wachten. Door zijn enthousiasme dat we tegenwoordig makkelijk zouden omschrijven als ADHD bracht hij de drums naar de voorgrond zodat Townshedd, Entwistle en Daltrey niet anders konden dan Moon een essentiële plaats in de band te geven. Zeker op hun debuut "My Generation" hoor je duidelijk wie op dat moment de baas is.



Toch was het vooral live dat Keith Moon zorgde voor verandering. De man verloor zichzelf letterlijk in het drummen. Hij werd zo emotioneel dat de drums meer zeiden dan de songteksten van Townshend. Ja, hij sloeg instrumenten kapot; Ja, hij gebruikte explosieven om zijn drums op te blazen... maar hij deed meer dan dat. Wie de video zag van the who "live at the isle of wight" ziet gewoon de pijn en overgave waarmee Moon ("the loon") zijn gekste geheimen vrijgeeft. Wat zijn geheim was? "Leer gitaar spelen" zei de man ooit, "want het enige dat ik doe als drummer is naspelen wat de gitaar speelt".

Het mooie aan Keith Moon was vooral de spontaniteit waarmee hij speelde. Sommige drummers met meer ego dan passie noemen die "sloppy" spelen. Maar als "sloppy" hetzelfde is als die ene noot die Hendrix in al zijn enthousiasme fout speelt, die ene Morrissey zanglijn die lichtjes de mist in gaat omdat de geniale tekst er niet op past of misschien zelfs de piepgeluiden van een Greg Ginn... laat hem dan maar door het leven gaan als een slopppy drummer. Liever dat dan een hoop progwiskundigen met lang krullend haar die enkel de studio uitkomen als ze voorgeprogrammeerd zijn.

Lang leve spontaniteit!
Lang leve gevoel!
Lang leve elke plaat waar Keith moon op meespeelt.

Lees zeker ook:

- "Moon-The Life and Deathof a Rock Legend" van Tony Fletcher

Luister zeker ook naar:

- Alles van the who
- Keith Moon - two sides of the moon

Wednesday, February 22, 2006

How Zekers! Mich spreekt!

Mich Decruyenaere is één van de nieuwere gezichten in de Belgische rockscene. Als zanger-gitarist bij Hitch en stille gitaarkracht bij Galatasaray zet hij langzaam maar zeker Kortrijk op de kaart. Zet hem daarenboven nog eens als één van de krachten achter initiatieven als Farmfest en Vlas Vegas, en je weet wie er zo snel mogelijk burgemeester van Kortrijk mag worden. Dit interview begon een aantal dagen voor de opnames van de nieuwe Hitch cd. Het interview eindigde toen de opnames afgerond waren.

Trails are ablaze was een soort grote stap van Hitch naar een zekere vorm van media aandacht. Hou je rekening met een zeker verwachting of heb je een "je'men fous" attitude tov zo'n zaken?

Na al die jaren is een zekere aandacht vanuit de media aandacht is altijd meegenomen, maar 't is niet iets waar we bewust naar streven. We willen vooral onszelf blijven pushen om 't interessant en plezierig te houden na 10 (...bijna 11 jaar) en tot nu toe zijn we daar al altijd in geslaagd. Als weons niet meer amuseren met Hitch dan is 't tijd om ermee op te houden, zo simpel is het. Langs de andere kant kan ik me moeilijk voorstellen dat ik niet in een band speel, het voelt heel natuurlijk aan.Verwachtingen die zijn er altijd en eerlijkgezegd (en in de hoop niet als een arrogante zak over te komen) trekken we ons daar echt geen bal van aan....We hebben al altijd gedaan waar we zin in hadden zonder rekening te houden of mensen 't nu al dan niet de max vinden. Voor ons werkt 'talleszinds ...

Hitch staat op het punt om een nieuwe full op te nemen deze maand. Wordt Trails are ablaze geklopt? Zijn er wereldschokkende stijlbreuken? Zal Mich beginnen schreeuwen op een eenzaam moment? Kortom... wat mogen we verwachten.

Yep, we vertrekken naar Zagreb (Kroatië) om er een nieuwe full length op te nemen. Het plan is om in zeven dagen een dertiental nummers op band te krijgen. Alles wordt vollediig analoog opgenomen op 2 inch tape en zo'n 95% van het materiaal wordt 'live' op band gezwierd. Bij ons vorig album gingen we heel anders te werk: "Trails.." hebben we volledig zelf opgenomen (met de hulp weliswaar van onze geluidsman) in onze eigen studio en daar hadden we drie maanden voor uitgetrokken, dus er was ten eerste al een heel groot verschil naar planning toe. Aan "Trails..." konden we op ons gemak doorwerken en was er niet echt een grote tijdsdruk. "Trails.." was een soort experiment in die zin dat we onszelf wilden uitdagen om onze eigen plaat in onze eigen studio op te nemen.Nu willen we vooral de sound die we hebben als we live spelen - en die veelal harder is dan op onze platen - op band krijgen en de 'energie' die vrijkomt als we live spelen proberen te capteren. De Kozmo Studio in Kroatië is daarin principe ideaal voor omdat ze er nog volledig met analoog opnamemateriaal werken, inclusief heel goeie micro's en voorversterkers zodat ze op die manier een warmere en minder 'klinische' sound kunnen registreren. Bovendien werken we er met vrienden, die we sedert jaar en dag kennen en kunnen we ons daar volledig op de plaat concentreren, zonder afgeleid te worden en in een sfeer van vertrouwen. De nieuwe nummers lenen zich ook voor een dergelijke aanpak, daar ze vrij basic zijn opgebouwd qua structuur. We hebben voor deze plaat dan ook een rauwe en vuile sound voor ogen. Het wordt in ieder geval een stevige, doch vrij gevarieerde rockplaat en ze mag wat mij betreft vrij vettig en basic (qua productie) klinken. Maar het is en blijft nog altijd Hitch, dus verwacht geen wereldschokkende stijlbreuken, al bouwen we praktisch altijd een zekere marge in met ruimte voor experiment en/of improvisatie.

Je bent ook één van de drijvende krachten achter farmfest, één van de meest onderschatte festivalletjes (misschien ergens gelukkig) in ons land. Kenmerkend aan farmfest is de openheid voor experiment, niet-alledaagse muziek en het laat het ons het meer fucked up gitaargenre noemen. Nooit de behoefte gehad om zelf te ontploffen en de experimentele tour op te gaan? en zo ja... hoe zou die band klinken?

Klopt. Met Farmfest willen we een podium geven aan underground bands uit buiten-en binnenland die in de loop van 't jaar onze aandacht hebben getrokken en die we aan een select en geïnteresseerd publiek willen voorstellen. Kwaliteit vinden we daarbij belangrijker dan kwantiteit en ook diversiteit naar genres toe vinden we belangrijk daar we zelf ook een vrij eclectische smaak hebben. Farmfest is een festival georganiseerd door muziekfreaks voor muziekfreaks. Farmfest begon jaren geleden als een kleine barbecue met vrienden en is door de jaren heen uitgegroeid tot een fijn tweedaags festivalletje met alles erop en eraan.Wat 't experiment betreft...Ik ben voor! Zo maakten we met Galatasaray nog niet zo lang geleden een unieke one-off set in het kader van het Happy New Ears festival georganiseerd door kunstencentrum Limelight in Kortrijk. Dat was een vrij experimentele set waarbij we de verschillende invloeden en background van de respectievelijkle bandleden (11 stuks) aan een publiek wilden tonen. De verschillende leden repeteerden daarbij enkele maanden in een kleinere bezetting. Zo kroop ik voor één bepaald nummer achter 't drumstel (ik had samen met mijn broer Free (bass in Galatasaray) en Pol (electronica in Galatasaray) een nummer in mekaar gestoken dat ’t midden hield tussen iets van Lightning Bolt en Unsane). De reacties waren zeer uiteenlopend. Sommigen vonden er maar niets aan, anderen vonden het dan weer fantastisch en verfrissend. Experiment spreekt me zeker aan, zolang ’t maar niet vervalt in arty farty geneuzel. Galatasaray deed ook al een project met een symfonisch orkest..ik wil maar zeggen, er kan vrij veel!

Ook in Hitch is er ruimte voor experiment...vooral als we in de studio zitten durven we ons wel 's laten gaan. Experiment betekent voor mij ook samenwerken met andere interessante bandsof acts...zo maakten Olivier (drummer bij Hitch), Pol Isaac (Galatasaray) en ik een aantal maanden geleden een remix voor een nieuw project (Zucchini Drive) van 't Kortrijkse Shadowanimals collectief, die vooral met avant-garde (hip)-hop bezig zijn. De remix verschijnt deze maand op een 12" EP ('Easy Tiger EP) op het Duitse 2nd Records. Zelf wil ik ooit graag nog drummen in een hardcoreband.

Farmfest... wat gaat er nu gebeuren?

Farmfest gaat gewoon door!...De data zijn vrijdag 7 en zaterdag 8 juli 2006 en er zijn zelfs al een viertal fijne bands geboekt. Het wordt trouwens weer de moeite zoals 't er nu uitziet. We zijn weliswaar ons repetitiekot kwijt...dat laatste wordt trouwens vervolgd, maar we kunnen in principe nog altijd een festival organiseren op de farm, zolang we maar kijken voor de nodige vergunningen, zodat men ons niets kan maken. Farmfest is al altijd op dezelfde locatie geweest en die locatie bepaalt voor een groot deel de vrij unieke sfeer van het festival. Farmfest zou Farmfest niet zijn mocht 't op een andere locatie zijn me dunkt. We kennen die boerderij door en door en zo is de akoestiek in de schuur waar de optredens doorgaan nagenoeg perfect. De verhuis naar een andere locatie zou 't einde betekenen voor Farmfest.

Welke bands zou je graag enorm graag op farmfest zien spelen ooit? Oei, amai..da's een moeilijke. Tja, je moet weten dat 't Farmfest budget al telkens vrij minimaal was, wat impliceert dat de keuze van bands zowiezo wordt beperkt hierdoor. maar als een mens mag dromen dan is er natuurlijk keuze genoeg : Dälek bijvoorbeeld, dat zou fantastisch zijn en lijkt mij ook wel ergens te doen.... Een paar maanden geleden speelden ze nog een verpletterende set in 't Kreunkaffee. Verder : euh.. Mauro probeer ik al een paar jaar te strikken om iets te doen...., Knut, Les Savy Fav, Unsane, Alias, The Gossip, The Paper Chase, Battles, Gris Gris, teveel om op te noemen eigenlijk...:-)...

Stel je voor. Je krijgt telefoon van een gitaarbedrijf. Ze willen een gitaar bouwen die volledig op maat gemaakt is voor jou. Welk bedrijf mag je bellen en hoe zal je gitaar klinken/eruit zien?

Ik vind de gitaren waar de mannen van Oxes op spelen ongelooflijk vet...Ze zijn gemaakt uit aluminium en klinken ongelooflijk goed. Zo eentje zou ik wel willen...Ik herinner me ook nog de gitaar van de zanger van het nu gesplitte Unwound. Een doorzichtige, bloedmooie gitaar waar er ook nog 's een magnifiek geluid uitkwam... Ze moet klinken als een kettingzaag of iets dergelijk, ze moet snijden zonder 'fond' te verliezen. Ik speel gitaar, maar ik ben absoluut geen gitaarfreak eigenlijk...Zo vind ik drummen heimelijk veel 'cooler' dan gitaarspelen...Ik ben ook technischniet onderlegd en zou niet weten hoe een gitaar nu eigenlijk precies werkt of welke akkoorden ik gebruik. Ik speel nu op een FenderTelecaster waar ik eigenlijk heel content van ben, al ziet ze er héél gewoontjes uit. Als jong manneke zag ik wat Chris Spencer van Unsane eruit haalde en ik was verkocht.



Waarom heb je op een bepaald moment überhaupt gekozen om gitaar te gaanspelen eigenlijk?

Ik heb eigenlijk vrij toevallig voor de gitaar gekozen....Ik weet nog dat we met de mensen met wie ik in mijn eerste bandje speelde samenzaten en we onder elkaar de verschillende instrumenten verdeelden...wel was 't zo dat ik thuis een gitaar had staan die mijn broer 's gekocht had, maar waar hij amper op speelde en waar ik wel 's op tokkelde. Later ging hij trouwens bass spelen en we spelen nu ook samen in Galatasaray. Ik weet nog dat ik eerst meespeelde met cassetjes en cd's en zo langzamerhand bijleerde. Toen ik mijn broers gitaar van de trap had laten vallen, heb ik dan maar zelf mijn eerste goedkope gitaar gekocht en begon ik in bandjes te spelen.

Ik had een aantal maand geleden een gesprek met u waarin je zei dat Kortrijk best wel een rare stad is. Maar als ik bands als Hitch, the package kid, galatasaray, damn luckies zie, een cool label als Vlas Vegas, het beste festival van het land én nog eens mooie textielhuisshows van semtex bekijken... bruist het toch niet een beetje zeer veel in Kortrijk in vergelijking met menig Katholiek groter stadje in de Vlaanders?

Kortrijkenaars zijn zogezegd 'dikke nekken' en daar zit voor een stuk waarheid in die ook historisch is gegroeid. Als een soort van tegenreactie daarop gebeurt er inderdaad nogalwat op 't vlak van jongerencultuur, al heb ik 't gevoel dat je als er iets cools te doen is in Kortrijk altijd dezelfde mensen ziet en dan gaat 't meestal niet over echte jongeren in de zin van 'kids'...:-) Als je wil dat er in Kortrijk coole dingen gebeuren dan moet je er meestal zelf voor zorgen. Dat gevoel heb ik tenminste. Nu, er zit inderdaad heel wat muzikaal talent in het Kortrijkse en 't leuke eraan is dat we allemaal wel min of meer aan dezelfde kar trekken. Vlas Vegas wil daar als organisatie op inspelen, door o.a het opstarten van een platenwinkel, een label en het organiseren en mede-organiseren van allerlei optredens en festivals met zowel lokale als buitenlandse acts. We willen ergens een tegengewicht bieden voor 't commerciële circuit dat in Kortrijk nog altijd welig tiert.

De Semtex shows in Kortrijk zijn idd ook een heel goeie zaak geweest en deden hier een frisse wind waaien door de hardcorescene. Niets dan lof over deze bende zotten. De relatie die ik met Kortrijk heb was er tot voor kort één van liefde en haat... Nu, met ouder worden zijn die "haatgevoelens" afgezwakt en nu zie ik vooral 't positieve eraan en probeer ik dat zoveel mogelijk uit te buiten. Als je de situatie vergelijkt met die van 10 jaar geleden dan is er in die periode héél veel gebeurd. Ik ben vandaag de dag heel trots op de Kortrijkse scène omdat ze zo gevarieerd is, maar toch gebonden is door een sterksamenhorigheidsgevoel. Dat is toch vrij uniek.

Wat is dé ultieme Hitch ervaring?

Daar moet ik niet zolang over nadenken...Toeren! Het blijft toch iets speciaals vind ik, zo met heel den boel de hort op gaan in een (stinkende) toerbus en iedere avond de ziel uit je lijf spelen. De ultieme ervaring was misschien wel in maart vorig jaar toen we voor de tweede keer een kleine maand door de States hebben getoerd. We toerden er rond met een aftandse Dodge camionette en hadden nooit voordien zoveel kilometers afgelegd. Sommige ritten waren gewoon complete waanzin! Zo redenwe op 't laatste van de tournee van Texas naar Chicago in één trek. Op een duur onstaat er zo'n gevoel van 'wij tegen de rest van de wereld' en dat is onbetaalbaar. Toeren met je band blijft wat mij betreft toch iets unieks en je kan maar weten wat 't is als je 't zelf al 's gedaan hebt.

Het is soms nogal lullig om over te praten, maar in uw geval lijkt het me een interessante vraag om te stellen. Is er zo een show waarvan je zegt “die heeft mijn leven veranderd"?

Yep, zeker en vast : Fugazi in de Paradiso in Amsterdam ergens begin de jaren '90. ik moet een jaar of 15 geweest zijn of zo...Ze speelden er als headliner op een tweedaags festivalletje. The Ex en Victims family (rip) stonden toen ook op de bill. Tijdens Fugazi was er misschien een man of 60 en ik zat op 't podium neer op een meter en een half van Guy Piciotto die heel zot kwam. De spuug en 'tzweet vloog langs alle kanten en hij sprong als een gek over 't podium, terwijl hij zich liet vallen enz...Ik wist niet wat ik zag! De energie die van dat podium kwam, dat was ongeloofijk.
Verder herinner ik me nog de show van Godflesh (rip) in '92 in zaal Corso in Leuven die een enorme indruk heeft gemaakt op mij. De politie heeft dan die show komen stillleggen trouwens. Mijn broer heeft er toen ook Justin Broadrick geïnterviewd voor zijn fanzine. Hun show was oorverdovend luid enik kon 't niet meteen plaatsen, maar ik kreeg er koude rillingen van. Heel indrukwekkend allemaal.

Coolste:

- Belgische initiatief ooit?

Herinnert zich nog iemand Schrikkelpop...? Vonden we hier fantastisch indertijd...een mini festivalleke op een voetbalplein in Schriek waar we nog The Cosmic Psycho's en Sick of it All aan 't werk zagen indertijd....Good times! Dat soort festivallekes zijn jammergenoeg zo goed al uitgestorven.

- Belgische band ooit?

Ow, moeilijk hoor...: No Tomorrow Charlie (RIP) of de Belgische tegenhanger van de fantastische Melvins of Gore...Hun allereerste 7" (met een roze kleurtje) is legendarisch! Toen ik die voor de eerste keer hoorde lag ik achterover.

Hitch nummer?

'Simple Mechanics' ofte de track op de split 7" met Haymarket Riot (op WhatElse?Records, USA)...en op de nieuwe plaat 'nothing to regret', een uptempo nummer opgebouwd rond één noot.

Galatasaray nummer?

De 'hidden track' op de CD versie van 'Boxing camp..' die we zelf gemakshalve 'rolmops' noemen.

Willy ter wereld?

Zonder twijfel Willy Nelson. Wat een heerscher! :)

...Een paar dagen later

Zo Mich, je bent net terug van Kroatië, hoe waren de opnames?

De opnames waren vrij stressy...We hadden 7 dagen studiotijd geboekt in de Kozmo Studio in Zagreb (waar we vroeger al een album hadden opgenomen),. Eén dag ervan hebben we nodig gehad om op te zetten, micro's te plaatsen en 't geluid af te regelen. Dan hebben we 5 dagen opgenomen en op de laatste dag hebben we nog een rough mix gemaakt van de opnames om mee te nemen. De plaatwordt gemixt in de weken die nu komen en wordt gemasterd bij Electric City. We hebben in totaal 14 nummers opgenomen. Het is de bedoeling dat we daar nu een consistente plaat uit destilleren. Het is dus niet de bedoeling dat alles op de plaat komt. Zo komt er nog een Hitch/Amen Ra split 7" (op VlasVegas) en nog wat andere releases. We hebben ons ook (voor de eerste keer in ons carrière) aan een cover gewaagd, puur voor de fun eigenlijk....Waarschijnlijk zullen er een aantal mensen die ons goed kennen raar opkijken als ze die gaan horen..maar ik verklap nog niks. ;-) Het was een vrij aparte manier van opnemen daar we volledig analoog werkten. Vandaag de dag doet men dat praktisch nergens meer. De basistracks werden live opgenomen in de studio op 2 inch tape op een enorme taperecorder. Daarna kwam de zang erop en nog wat gitaaroverdubs. Het is een vrij pureplaat, zonder veel blabla en allerhande effecten. Dat was ook van in 't begin het opzet. De ruwe mix klinkt goed, nu nog de juiste nummers er uitkiezen. We hopen dat de plaat er ergens midden/eind april is.

Dat hopen velen met mij mee!

http://www.hitch.be
http://www.galatasaraymusic.be/

Tuesday, February 14, 2006

Walk the line


Ik hoorde de gekste verhalen over deze film. Het zou een matig filmpje zijn met sublieme acteerprestaties. Ik heb mijn twijfels over uitspraken als deze en beslis de praatjes niet te geloven. Tenslotte zijn de uitspraken meestal van mensen die Johnny Cash niet zo kennen en adoreren als ondergetekende. Hoe fantastisch is Johnny Cash wel niet? Als God ooit een prototype van "de man" zou hebben gemaakt moet hij wel Johnny Cash geheten hebben. Ik dus zonder enig vooroordeel mét zak paprika chips naar het Siniscoop scherm aan het kijken.

Het resultaat van Regisseur James Mangold is een sobere, maar gelukkig goudeerlijke film. Een beetje zoals in "Ray" wordt ook Cash in deze film niet goedgepraat. Hij wordt niet afgeschilderd als een Hillbillygod die alles mooi volgens het boekje van de rock'n'roll deed. Het eerlijke verhaal dat hij zelf altijd verkondigde als zou June Carter zijn leven veranderd hebben wordt hier duidelijk omschreven. Johnny en June waren een team made in heaven, en net dat gevoel werd duidelijk in de film weergegeven.

Ook leuk om zien:

- Cash die pillen aangeboden krijgt, een beetje kritisch kijkt maar ze toch neemt nadat hij de woorden "Elvis takes 'em" hoort.

- Een tourauto met de volgende passagiers: Johnny Cash, June Carter, Jerry Lee Lewis en Elvis Presley. Dat moet de gelukkigste auto ooit geweest zijn!

- "You look like you're going to a funeral". "well maybe I am".

- De gekke manier waarop de Carter family zich soms gewapend ontfermd over Cash om hem te laten afkicken.

- Cash in Folsom prison. Je zou denken: de man is getrouwd, hij zal nu wel mooie katholieke hymnen beginnen zingen. Maar zijn rebellerende songs (cocaine blues, san Quentin, man in black) is hij echt beginnen schrijven nadat hij getrouwd was.

- "Dylan plays eletric, the beatles play electric and you wanna play your old songs in a prison?" "Yes sir"

Enfin, ik kan nog een kilo of 6 quotes naar u toe gooien, maar samenvattend kan ik zeggen dat "walk the line" een soberen prachtfilm is zonder franjes of mythische proporties. Een eerlijke film over een eerlijk man. Een andere film zou waardeloos geweest zijn.